Geld is namelijk schuld. Niks meer dan dat. Moeilijk? Nee hoor. Je bent bijvoorbeeld koning van een land. En je hebt een zwaard. En tien goudklompjes. Of tien stukjes land. Of tien appels. Laten we het op goudklompjes houden. Je geeft honderd briefjes uit. Met de belofte dat je voor dat briefje een goudklompje geeft. Vervolgens laat je iedereen daar vrolijk mee betalen. Waar je dan ook weer belasting op heft. Je koopt er soldaatjes mee, en daarmee verover je het land van de buren. Waar ook tien goudklompjes liggen. En dan heb je er twintig. Plus dubbele belastingen. Maar nu komt het. Durft er iemand te komen om voor dat briefje een goudklompje terug te krijgen, dan pak je je zwaard. En dan prik je gewoon. De goudklompjes blijven gewoon in de kast. Het bewijs dat er aan dit systeem niks is veranderd is eenvoudig. Je kunt met je geld namelijk alles kopen. Zelfs goudklompjes. Maar geen geld. Dat mag alleen die vent met dat zwaard maken. Relevant? Ja. Er komt economisch zwaar weer. Het prikwerk doen de banken ...