Digitale spionage en cybercrime vormen nog altijd de grootste dreiging voor de Nederlandse overheid en Nederlandse bedrijven, zo blijkt uit het Derde Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN3) dat vandaag door minister Opstelten van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het rapport is geschreven door het Nationaal Cyber Security Center (NCSC).
De spionageaanvallen die de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) het afgelopen jaar waarnam zijn onder andere afkomstig uit China, Rusland, Iran en Syrië. Met name de defensie-industrie zou een gewild doelwit van cyberspionage zijn, alsmede partijen met wie de defensie-industrie samenwerkt.
China
Het gaat dan om financiële instellingen, patentkantoren, advocatenkantoren of consultancyfirma's. "Met dergelijk externe partijen wordt soms gevoelige bedrijfsinformatie gedeeld, terwijl het beheer over de afscherming van deze informatie niet altijd volledig in eigen hand is." Het rapport laat verder weten dat de informatie die via cyberspionage wordt buitgemaakt het belang van staten dient.
Daarnaast zijn er kwaadaardige phishingactiviteiten ontdekt richting Nederlandse militaire vertegenwoordigingen in het buitenland. "Waarbij aannemelijk is dat een Aziatische statelijke actor betrokken en/of uiteindelijke begunstigde is."
Aanvallen
In Nederland zijn het afgelopen jaar diverse aanvallen geconstateerd op bedrijven, dissidentenorganisaties, overheids- en kennisinstellingen waarvan de kenmerken volgens het rapport richting China wijzen. Naast China houden ook Rusland en Iran zich met spionageaanvallen tegen Nederland bezig.
"De huidige cyberspionagedreigingen die een gevaar voor de nationale veiligheid vormen, zijn omvangrijk. Naar verwachting zullen deze cyberdreigingen in de nabije toekomst verder toenemen", aldus de conclusie van het CSBN3.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.