Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft de Britse overheid een boete van 7500 euro opgelegd wegens het bespioneren van een burgerrechtenbeweging. Ook moet het de gerechtskosten betalen. Tussen 1991 en 1997 onderschepte de autoriteiten op grote schaal telefoongesprekken, faxen, e-mail en andere data van Liberty, een organisatie die zich inzet voor de rechten van de burger. Volgens de Britse overheid was het bespioneren een schending van de privacy, maar was het nodig om de nationale veiligheid en economisch vooruitgang van Groot-Brittannië te garanderen.

Er zouden wel maatregelen zijn genomen om misbruik tegen te gaan, maar volgens Liberty waren die maatregelen niet toegankelijk voor en bekend bij het publiek. Zodoende kon men niet zien in hoeverre de privacy geschonden zou worden. En daar gaf het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Liberty gelijk in.

"Dit is een belangrijke zaak die ook de rechtsgeldigheid van de bewaarplicht in Ierland in twijfel trekt, die ook telefoongesprekken en internetgebruik opslaat. Het is een duidelijke boodschap van het gerechtshof dat willekeurige surveillance in het algemeen in strijd is met het recht op privacy onder het Europees Verdrag voor de rechten van de mens," aldus TJ McIntyre, voorzitter van het Ierse Digital Rights.