De ministerraad heeft vrijdag ingestemd met een bewaarplicht van zes maanden, in plaats van de eerder door het kabinet vastgestelde termijn van twaalf maanden. Tijdens de behandeling van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens in juli van dit jaar door de Eerste Kamer, is het voorstel gedaan om de bewaartermijn van gegevens over telefonie en internet te splitsen. Zo kan meer rekening worden gehouden met de bedrijfsvoering en investeringslasten van internetproviders. Toen pleitte de Eerste Kamer al voor een termijn van zes maanden. De bewaartermijn voor vaste en mobiele telefoongegevens blijft wel twaalf maanden. Volgens de ministerraad kunnen politie en justitie de gegevens gebruiken voor opsporing en vervolging van ernstige misdrijven.

Met de nieuwe regeling blijft het kabinet binnen de grenzen van de Europese richtlijn dataretentie die voorschrijft dat de te bewaren gegevens ten minste zes maanden en ten hoogste twee jaar opgeslagen moeten worden vanaf de datum van de communicatie. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaat het bij de bewaarplicht niet om de inhoud van berichten en verkeer, maar om de telefonie- en internetgegevens over de contacten en het belgedrag van personen. Voor advies wordt het wetsvoorstel aan de Raad van State gezonden.