Via automatische kentekenherkenning (ANPR) verzamelde kentekens worden niet direct door de politie vernietigd, wat in strijd met de wet is, zo concludeert het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Automatische kentekenherkenning mag op grond van de Wet politiegegevens (Wpg) alleen onder voorwaarden worden toegepast. Alleen de kentekens die in de automatische vergelijking leiden tot een ‘match’ met een kenteken in het vergelijkingsbestand mogen worden bewaard, de zogeheten 'hits'. Een 'no-hit' betekent dat een gescand kenteken niet in het vergelijkingsbestand voorkomt en dat dit kenteken dus niet wordt gezocht in het kader van de ANPR-actie. De politie moet deze kentekens direct vernietigen, toch blijken de politiekorpsen Rotterdam-Rijnmond en IJsselland hier respectievelijk 120 en 10 dagen over te doen.

“Als de politie no-hits niet direct vernietigt, komt iedere automobilist die over een traject rijdt waar de politie automatische kentekenherkenning toepast als potentiële verdachte in de politiebestanden terecht. Dit is in strijd met de wet en een onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer”, aldus Jannette Beuving van het CBP. De twee politiekorpsen erkennen dat zij no-hits verwerken én dat hiervoor geen wettelijke basis is. "Het CBP kan niet anders dan concluderen dat deze korpsen willens en wetens de wet overtreden." De organisatie kan beide korpsen een dwangsom opleggen.