De dagelijkse werkelijkheid bij de rechtbank belooft weinig goeds voor de aanhoudende reeks oprispingen van juridische daadkracht, zoals het recente wetsvoorstel computercriminaliteit. In dit voorstel zou het Openbaar Ministerie de bevoegdheid krijgen om ‘strafbare’ informatie van internet te laten verwijderen zonder tussenkomst van een rechter. Het verzet hiertegen werd geleid door het onvolprezen Bits Of Freedom en een aantal internet publicisten als Bert Brussen. Een meerderheid in de kamer floot minister Hirsch Ballin op dit punt terug. CDA en PVV waren blijkbaar voor.
deze column is het vervolg op De veiligheid voorbij deel 1
Het voorstel is feitelijk een voorbode op het ACTA verdrag, hoewel dat er niet bij verteld wordt. Door de verwijdering van illegale content van websites een hamerstuk voor het OM te maken, kan de minister de rechtbanken vrijwaren van de extra werkdruk. Het OM kan zonder vervelend geneuzel als het horen van de aangeklaagde en andere waarborgen van de rechtstaat nu eenmaal veel efficiënter werken. En, geef nou toe, voor ieder MP3-tje op een Hyves-pagina de rechtbank inzetten leidt inderdaad tot een belachelijke werkdruk.
Dit voorstel was geen persoonlijke hobby van de vorige minister maar een uiting van het denken van de beleidsfabriek bij justitie. Wetgeving en flankerend beleid worden voorgesteld door de beleidsambtenaren, niet door de politiek. Een minister is vanuit het departement gezien toch vooral een goedkope interim manager. Dus dit voorstel zal zonder veel veranderingen gewoon terugkeren, maar dan vanuit een missionair kabinet zodat de VVD niet dwars kan liggen, zoals nu gebeurd is. Zeker nu het Europees Parlement in een motie heeft gestemd voor een strenge ACTA, is een terugkeer van dit voorstel in de één of andere vorm hoogstwaarschijnlijk. Het nieuwe kabinet zal zeker geen radicale breuk met het vorige zijn. Juich dus niet te vroeg.
Het grootste probleem met het voorstel is niet dat het een vorm van censuur introduceert, terwijl we nu geen censuur zouden hebben. Het leidt tot censuur, dat wel. We hebben ook nu al allerlei vormen van censuur, zoals het verbod op godslastering, NSB-kranten en haatzaaien illustreert. Deze verboden worden alleen in de praktijk zelden toegepast, omdat vervolging zeer arbeidsintensief is, met een lage kans op een veroordeling.
Het grootste probleem is ook niet dat de bevoegdheid bij het Openbare Ministerie wordt neergelegd, zodat je alleen achteraf kunt protesteren tegen het verwijderen van bepaalde content. In plaats van klagen kun je de gegevens immers op een server in het buitenland zetten. Het is hooguit vervelend voor Nederlandse ISP’s.
Het allergrootste probleem is ook niet dat webpublicaties anders behandeld worden dan andere media. Als het OM vergelijkbare bevoegdheden zou krijgen over kranten en televisie zou de wereld te klein zijn om alle kritiek te bevatten. Dit verklaart waarom de traditionele media weinig aandacht besteden aan de internetcensuur, omdat het over hun concurrenten gaat, en ook voor journalisten geldt dat het hemd nader is dan de rok.
Ook niet het allergrootste probleem in het voorstel is dat iedere censuurmaatregel te allen tijde een zorgvuldige afweging vraagt, en dat de kans daarop – gegeven de stand van zaken bij justitie – oneindig klein is. Hoeveel minuten zullen de richtlijnen toestaan om te beoordelen of content ‘strafbaar’ is?
Wat is dan wél het grootste probleem?
ACTA gooit alle intellectuele eigendomsrechten op één grote hoop. Om het verdrag erdoor te krijgen moet er immers een breder belang in het spel zijn dan alleen dat van de mediaindustrie. Een vertaling naar lokale wetgeving moet dit uitgangspunt volgen, en dat is precies wat Hirsch Ballin heeft gedaan. Daarom wilde de minister het publiceren van “niet openbare gegevens zonder toestemming” via het OM strafbaar stellen. ACTA dendert als een losgeslagen trein op ons af, en Justitie zet zich schrap voor de extra werkdruk. Hirsch Ballin staat daar en hij kan niet anders.
Laat het volgende even door je hoofd spelen. In de strijd tegen de illegale mp3 wordt het publiceren van niet openbare gegevens zonder toestemming strafbaar.
Wat is dat eigenlijk, niet openbaar? De wet vertelt het niet. Vanuit een ambtelijke werkelijkheid is dat waarschijnlijk simpel; openbaar is alles dat bewust openbaar is gemaakt, dus via een publicatie en als het echt niet anders kan, via een WOB. Al het andere is niet openbaar. Het feit dat gegevens al ergens gepubliceerd zijn maakt ze niet automatisch openbaar, zoals journalisten ondervonden toen ze uit gelekte staatsgeheimen citeerden. Zo geldt het verbod dus alle gegevens die niet via de afdeling Communicatie naar buiten zijn gebracht. Zo tekent zich een onbegrijpelijk en onbestuurbaar geheel af; de meeste bedrijven hebben geen formele publicatieprocessen en burgers al helemaal niet. Als je de link legt naar ACTA wordt het echter opeens wel duidelijk; vervang niet openbaar door ‘van een auteursrechthouder’ en het het verhaal wordt opeens wel concreet.
Ook het onderdeel ‘zonder toestemming’ is problematisch. Je kunt gegevens dus uitsluitend publiceren als je toestemming hebt van de eigenaar. Als je niet weet wie de eigenaar is, kun je geen toestemming krijgen, en bega je met publicatie blijkbaar een strafbaar feit. De eigenaar zoeken is dus verplicht. Wie de eigenaar is van een bepaald gegeven kan nogal een zoektocht worden. Door publicatie van een gegeven wordt iemand daar immers niet automatisch ‘eigenaar’ van. Als je informatie ergens online of in een papieren uitgave vindt, weet je dus niet of het daar met toestemming van de eigenaar staat. Met het overnemen ervan kun je ook in de problemen komen. Nu kan er wel onder een gegeven op Internet staan dat er toestemming door de eigenaar is gegeven, maar moet je dit dan verifiëren of kun je gewoon ouderwets claimen ‘te goeder trouw’ te zijn? Bij een film of een stuk muziek kun je de rechthebber gewoon opzoeken; ook hier is de link met ACTA zeer verhelderend.
Even doorredenerend: als ik mijn eigen vakantiefoto’s op Flickr zet, mag dat? Strikt genomen heb ik toestemming nodig van de mensen die ergens in een hoekje herkenbaar in beeld zijn of de eigenaren van objecten die herkenbaar in beeld komen. Die mensen kunnen nu naar de rechter stappen en eisen dat ik de foto verwijder. In de nieuwe situatie wordt dit een strafrechtelijk gebeuren: de politie moet blijkbaar overtredingen gaan zoeken en het OM moet dit maar gaan vervolgen. Dus agenten gaan de Privé lezen en verifiëren of ieder gegeven dat ze aantreffen openbaar is, en zo niet, of de eigenaren toestemming hebben gegeven tot publicatie. Gelukkig geldt dit alleen de online wereld, en hoeft de politie alleen naar alle sites te kijken die onder de Nederlandse jurisdictie vallen. Jammer genoeg is alleen dat laatste al een fors probleem; een .nl domein kan op een server in de VS staan, een .tv gewoon hier: hosting op Tuvalu is nog niet zo goed geregeld. Maar vallen mijn vakantiefoto’s op Flickr onder de Nederlandse jurisdictie? Ik heb geen idee, en Flickr blijkbaar ook niet. Ik denk dat de 3.000 man extra politie die Rutte I ons in het vooruitzicht stelt, alleen al voor deze wet ruim onvoldoende is. Bovendien; extra capaciteit bij de rechtbanken is naar verluid geen deel van het programma van ons aanstaande kabinet.
Dit voorstel is een onbeheersbaar juridisch gedrocht, omdat het voortkomt uit dat andere juridische drama, ACTA. Van poep komt alleen maar meer poep. Dát is het allergrootste probleem.
Wat hier gebeurt is een goede illustratie waarom de rechtbank en in het verlengde onze rechtstaat naar de bliksem is gegaan; er is niet nagedacht over uitvoerbaarheid van de wet en de impact daarvan op politie en justitie. De minister wil blijkbaar gratis meer handhaving van slecht doordachte wetgeving door zijn uitgemergelde organisatie. Hij kan geen nee zeggen tegen ACTA en de daarachter opererende mediamaffia, en dan blijft er alleen maar juridisch broddelwerk over.
Bedrijven kunnen de kwaliteit van hun producten niet onder een bepaald niveau laten zakken, omdat de klanten anders weglopen. Justitie kan dat wel. Klanten van Justitie kunnen niet weglopen, dan komt Oom Agent achter ze aan. Maar uiteindelijk zijn alle burgers klant van Justitie, en die kunnen wel weglopen van de overheid, de baas van Justitie. Dat heeft de partij van Hirsch Ballin bij de laatste verkiezingen aan den lijve ondervonden. Ik ben benieuwd op welke nieuwe held we bij de volgende verkiezingen zullen stemmen, nu Wilders zich zo te zien laat inkapselen door het systeem.
Wat er hier gebeurt, is niet links of rechts, maar gewoon dom. Justitie is jaren geleden al door het ijs gezakt, dat is niet iets van de laatste minister. Wat kun je op dit moment doen? Om te beginnen kun je Bits Of Freedom sponsoren. En verder geldt: we kunnen de rechtstaat alleen beschermen tegen de ‘daadkracht’ van onze politiek door het verminderen van het aantal ge- en verboden. Dat is nogal een ommezwaai die begint bij onszelf. Alleen met minder regels is een kleinere en capabele overheid mogelijk. Iedere keer als we om een verbod van het een of het ander vragen, vragen we feitelijk om een belastingverhoging. We moeten dus in elk geval ophouden met voor ieder wissewasje een verbod te eisen.
Op grond van de ontvangen reacties blijkt het verhaal nog een hoogst interessante dimensie te hebben. Hier ga ik in deel drie op in.
Door Peter Rietveld, Senior Security consultant bij Traxion - The Identity Management Specialists -
Laatste 10 columns
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.