Het aftappen van telecommunicatie door de Nederlandse inlichtingendiensten is omgeven door mythen en misverstanden, aldus de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Dat laat de dienst vandaag in een Engelstalig bericht op de eigen website weten.
In het bericht wil de AIVD opheldering geven over wat het onder aftappen verstaat en welke verschillende soorten er zijn. Ook wordt daarbij naar de wet gekeken en de rol van de toezichthouder op de Nederlandse inlichtingendiensten. Volgens de inlichtingendienst is telecommunicatie een steeds belangrijker wordende informatiebron, omdat verdachten steeds vaker gebruik van het internet maken.
Het onderscheppen van internetverkeer bestaat vooral uit het onderscheppen van metadata. Deze informatie, zoals een telefoonnummer, IP-adres of e-mailadres, is kleiner in omvang en sneller te analyseren. "Daarnaast is het verzamelen van metadata een kleinere inbreuk op de privacy", aldus de AIVD. Aan de hand van de analyse wordt vervolgens bepaald of ook de inhoud van het verkeer bekeken moet worden. Hiervoor heeft de inlichtingendienst toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nodig.
Verder gaat de inlichtingendienst nog in op het grootschalig onderscheppen van verkeer dat via de kabel en niet via de kabel verloopt. Op dit moment is het de AIVD niet toegestaan om verkeer dat via de kabel gaat grootschalig op te slaan. Iets waar mogelijk wel verandering in gaat komen.
Als laatste komen in het artikel ook nog het gericht aftappen en het toezicht op de AIVD aan bod. Dat laatste is een actueel onderwerp. Zo stelt D66 dat het toezicht op de inlichtingendiensten tekort schiet, waardoor het onduidelijk is of de AIVD en MIVD zich wel aan de wet houden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.