De NSA gebruikt radiogolven om computers die niet met het internet verbonden zijn aan te vallen, zo meldt de New York Times. De technologie zou tenminste al sinds 2008 in gebruik zijn en maakt gebruik van radiogolven die vanaf kleine circuitborden en USB-kaarten worden verstuurd.
Deze hardware moet wel eerst op de computer worden aangesloten, bijvoorbeeld door een spion, fabrikant of nietsvermoedende gebruiker. Door de technologie zouden Amerikaanse inlichtingendiensten toegang krijgen tot systemen die anders niet benaderbaar zijn. De technologie is onderdeel van het Quantumprogramma, dat onder andere succesvol zou zijn geweest bij het injecteren van software in Russische militaire netwerken.
Ook systemen die worden gebruikt door de Mexicaanse politie, drugskartels, handelsorganisaties binnen de Europese Unie en Saudi-Arabië, India en Pakistan zijn op deze manier aangevallen. "Het nieuwe hieraan is de schaal en subtiliteit van de mogelijkheden van inlichtingendiensten om toegang tot computers en netwerken te krijgen waar nog nooit iemand toegang toe heeft gehad", zegt James Andrew Lewis van het Centrum voor Strategische en Internationale Studies in Washington.
Exacte details over de werking van het programma blijven in het artikel echter achterwege. Eind vorig jaar werd bekend dat de NSA over een kleine koffer beschikt met de codenaam Nightstand, waardoor het op kilometers afstand computers via wifi kan aanvallen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.