Het aantal Nederlanders dat wordt gehackt is bijna net zo groot als het aantal van wie de fiets wordt gestolen. Dat staat in het eerste cybercrime-onderzoek dat door de NHL Hogeschool en Politieacademie is uitgevoerd. Het onderzoek 'Slachtofferschap in een gedigitaliseerde samenleving' is gedaan in opdracht van de Landelijke Eenheid en het Programma Aanpak Cybercrime.
Dit is het eerste onderzoek in Nederland dat het slachtofferschap in kaart brengt van delicten met een digitale component. Het schetst de snelle digitalisering van onze maatschappij en hoe die doordringt in de criminaliteit. Er zijn niet alleen 'nieuwe' vormen van criminaliteit bij gekomen, maar ook klassieke delicten als bedreiging en oplichting gebeuren tegenwoordig met behulp van internet.
"Hacken bijvoorbeeld komt met 4,3% net achter fietsendiefstal, dat in ons land van oudsher het delict is waarvan de meeste mensen slachtoffer worden. En het risico op e-fraude is 3,5% tegenover 1,7% bij zakkenrollen. Cybercrime is dan ook een veel voorkomend probleem", zegt Wouter Stol, lector Cybersafety.
Slachtoffers
De resultaten van het onderzoek zijn beschreven aan de hand van gegevens over 9.163 internetters van vijftien jaar en ouder. Centraal staan de omvang van slachtofferschap en welke factoren de kans op slachtofferschap beïnvloeden. Jonge mensen (met name 15-34 jaar) hebben een verhoogde kans om slachtoffer te worden.
Verder hangt slachtofferschap vooral samen met de internetactiviteiten die worden uitgevoerd en met risicovol internetgedrag. Ook de rol van de politie komt aan bod. De tevredenheid van het slachtoffer over het politieoptreden hangt samen met het opnemen van de aangifte.
Het is echter niet zo eenvoudig dat de politie de tevredenheid van burgers kan vergroten door van elk delict aangifte op te nemen. Zo lijkt het lagere aantal aangifteopnames bij delicten in de privésfeer gecompenseerd te worden door positieve aandacht van de politie voor het slachtoffer.
Cijfers
Vorige maand verschenen de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2012. In 2012 werd cybercrime voor het eerst officieel in het onderzoek opgenomen. In totaal werd 12 procent van de inwoners van 15 jaar of ouder geconfronteerd met een of meer vormen van computercriminaliteit. Vooral jongeren krijgen vaker te maken met cybercrime.
Van de vier afzonderlijke vormen van cybercrime komt hacken met zes procent het meeste voor, op afstand gevolgd door pesten en koop- of verkoopfraude (elk drie procent). Met identiteitsfraude via internet werd twee procent van alle inwoners geconfronteerd.
Van de onderscheiden vormen van vermogensdelicten komt fietsdiefstal in 2012 het meeste voor: vier procent is hiervan slachtoffer geweest.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.