De anti-terreurplannen van het kabinet zijn vooral symptoombestrijding die in grondrechtenbeperkende wetsvoorstellen resulteren. Dat stelt het College voor de Rechten van de Mens op basis van de wetsvoorstellen die tot nu toe uit het actieprogramma "Integrale Aanpak Jihadisme" voortvloeien.
Met het actieprogramma zegt het kabinet jihadisten te willen bestrijden, maar volgens het College creëren de wetsvoorstellen die eruit voortvloeien nieuwe mogelijkheden tot het nemen van maatregelen die onder meer bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de bewegingsvrijheid aantasten. Ook bieden de voorstellen onvoldoende rechtsbescherming. Het College vraagt het kabinet dan ook de wetsvoorstellen te heroverwegen.
Bij de aanpak van terrorisme ontbreekt volgens het College ook een visie op het onderliggende probleem. "Het kabinet analyseerde voorafgaand aan het actieprogramma niet wat de oorzaken zijn van radicalisering", zo laat het wetten. Verder ontbreekt nog steeds het antwoord op de vraag hoe terroristische dreigingen het beste af te wenden. Hierdoor staat de noodzaak van onder meer het laatste wetsvoorstel, de tijdelijke wet bestuursrechtelijke maatregelen terrorismebestrijding, niet vast.
Het College benadrukt dat wetten die inbreuk maken op mensenrechten zorgvuldig moeten worden vormgegeven. Zo moet de wet aangeven in welke gevallen en op welke personen de maatregelen van toepassing zijn. Bovendien moeten de maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn. "Hieraan ontbreekt het bij de wetsvoorstellen. Zo bevat het laatste wetsvoorstel een erg vaag criterium om te bepalen aan wie de maatregelen mogen worden opgelegd. Dat is geen duidelijke wettelijk basis om het inperken van mensenrechten te rechtvaardigen", zo stelt het College.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.