Het kabinet wil krachtige cryptografie voor publiek gebruik gaan
reguleren. Dit staat in het actieplan Terrorismebestrijding en
veiligheid, dat het kabinet afgelopen week presenteerde.
Het kabinet besteedt in het actieplan ruime aandacht aan nieuwe
technologieën en de interceptie van telecommunicatie. `De
verschijningsvorm van het nieuwe terrorisme kenmerkt zich onder meer
door ongekend gewelddadige potentie, gericht op het maken van veel
slachtoffers, door martelaarschap en door gebruik van moderne
technologie,' aldus het kabinet.
Eén van de maatregelen die het kabinet wil nemen is het aan banden
leggen van sterke cryptografie voor publiek gebruik. Hoe het kabinet dit
denkt te gaan doen is nog onduidelijk. In het begin van de jaren
negentig wilde de regering cryptografie ook reguleren, bijvoorbeeld via
een vergunningenstelsel. Na forse kritiek van juristen en
privacydeskundigen verdwenen deze plannen echter in de ijskast.
Sindsdien is het gebruik van cryptografie in Nederland niet aan regels
gebonden.
Ook wil het kabinet de besluitvorming versnellen over de rechtmatige
toegang van inlichtingendiensten en de politie tot cryptografische
voorzieningen bij Trusted Third Parties. Begin dit jaar werd al bekend
dat de overheid de mogelijkheid wilde hebben om toegang te krijgen tot
de versleutelde berichten van TTP's. Daarvoor is het nodig dat TTP's in
staat zijn zelfstandig het versleutelde berichtenverkeer van hun
cliënten te ontsleutelen, zonder hulp of medeweten van hun cliënten.
Niet alle TTP's zijn daartoe in staat. Het is afhankelijk van de
technische vorm die voor TTP's wordt gekozen of deze mogelijkheid
bestaat. De overheid overweegt daarom om alleen TTP's die in staat zijn
zelfstandig versleutelde berichten te ontsleutelen, in aanmerking te
laten komen voor certificering.
In het Nationaal TTP-Project, waarin overheid en marktpartijen
overleggen over de criteria voor certificering van TTP's, bestaat echter
onenigheid over deze eisen. Het Nederlandse bedrijfsleven vreest dat
cliënten massaal zullen overstappen naar buitenlandse TTP's, die niet
met dergelijke eisen worden geconfronteerd. Veel cliënten vinden het
geen prettig idee dat een TTP buiten hun weten om in staat is
vertrouwelijke communicatie te ontcijferen, en door te spelen aan de
overheid. De oprichting van Nederlandse TTP's zou daardoor een ernstige
tegenslag krijgen. Bedrijven hebben al laten weten af te zien van de
oprichting van TTP's indien de plannen doorgaan.
De overheid vindt het echter van groot belang om toegang te kunnen
krijgen tot versleutelde berichten. De overheid wijst erop dat ook nu al
instellingen als banken, waar de vertrouwelijkheidsrelatie met de
cliënten ook een grote rol speelt, onder bepaalde voorwaarden verplicht
zijn mee te werken aan justitieonderzoeken. Indien er geen
overeenstemming komt over een systeem van zelfregulering, overweegt de
regering om de medewerkingsplicht van TTP's wettelijk vast te leggen.
Rechtmatige toegang zal desnoods afgedwongen worden, zo stond lezen in
de beleidsnotitie Nationaal TTP-Project uit 1999.
Daarnaast wil het kabinet dat de aftapverplichtingen uit de
Telecommunicatiewet snel volledig uitgevoerd worden. Daarbij gaat het
onder meer om de implementatie van de aftapverplichting voor Internet
dienstaanbieders, regelgeving rond het gebruik van IMSI-catcher (waarmee
anonieme mobiele telefoons getraceerd kunnen worden) en het Centraal
Informatiepunt. Dit informatiepunt maakt het voor inlichtingendiensten
en de politie mogelijk om snel en geheel geautomatiseerd de NAW-gegevens
van alle telefoonabonnees te achterhalen.
Ook de versnelde reorganisatie van de Nederlandse tapkamers staat op de
wensenlijst van het kabinet. Daarbij gaat het waarschijnlijk om de
inrichting van regionale tapkamers, die ook geschikt zijn voor het
aftappen van moderne communicatietechnologieën.
Het kabinet kondigt verder onderzoek aan naar de categorieën gegevens
die telecomaanbieders bewaren en de belemmeringen die politie en
inlichtingendiensten ondervinden `door de afwezigheid van bewaarplichten
voor historische verkeersgegevens.' Hierbij gaat het om zaken als de
bewaartermijnen voor verkeersgegevens en de verplichting locatiegegevens
te bewaren. Tot nu toe geldt in Nederland dat telecomaanbieders
verkeersgegevens alleen bewaren zolang als nodig is voor het opstellen
van de facturen. Alleen voor verkeersgegevens van pre-paid mobiele
telefoons geldt een bewaartermijn van drie maanden. In de Europese Unie
is al geruime tijd een politiek gevecht gaande om de bewaartermijn voor
verkeersgegevens drastisch uit te breiden.
Verder zal uitbreiding plaatsvinden van de mogelijkheden tot interceptie
van de internationale satellietcommunicatie. Deze zogenaamde ongerichte
interceptie, waarbij het satelliet communicatieverkeer wordt afgetapt en
gescand op mogelijk interessante informatie, vindt plaats in het
Strategisch Verbindingsinlichtingen Centrum (SVIC) van de Militaire
Inlichtingendienst, met stations in onder meer Zoutkamp en het
marinecomplex kattenburg in Amsterdam.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.