Vorige week dinsdag heeft de politierechter te Amsterdam de 20-jarige De G. uit Hoevelaken veroordeeld tot 240 uur dienstverlening. Dat is de maximale straf die deze rechter kan uitspreken. De jongeman werd in mei 2000 in zijn huis aangehouden op verdenking van inbraak in 50 tot 60 computers in een groot aantal landen. Hij zou hebben samengewerkt met een man uit Oostenrijk, maar het onderzoek tegen deze persoon liep stuk. Volgens een politiewoordvoerder zouden de twee in code via IRC hebben gecommuniceerd, waardoor justitie buiten spel kwam te staan.
De G. zou onder meer hebben ingebroken bij een Amerikaans overheidsbedrijf en verder in Engeland, Duitsland, Korea en Denemarken. Door zijn activiteiten zouden systemen van bedrijven soms dagen plat hebben gelegen. Volgens de politie handelde hij niet uit winstbejag.

De man liep tegen de lamp na een onderzoek dat volgde op aangifte van een gedupeerd Amsterdams hotel. De systeembeheerder van het hotel stelde een uitgebreid onderzoek in na klachten van gasten over de hoge rekening voor internetdiensten. In opvallend veel gevallen moesten zij betalen hoewel ze het internet niet gebruikt hadden. Het werd de onderzoekers al snel duidelijk dat de gegevens over het internetgebruik niet in het eigen systeem te vinden waren. Daarmee rees het vermoeden dat een buitenstaander misbruik van de hotel-pc's maakte.

De G. is veroordeeld voor overtreding van artikel 350a lid 1
van het wetboek van strafrecht (computervredebreuk). Een veroordeling wegens overtreding van lid 2 ging niet door door fouten in de dagvaarding. De officier eiste bovenop de werkstraf nog een boete van EUR 2200 (f4848.16) maar dit werd door de rechter afgewezen. De volgende voorstelling in dit theater is waarschijnlijk de zaak tegen 'mace', die in november 2000 gearresteerd werd op verdenking van het overtreden van de wet computercriminaliteit.