Er is onvoldoende toezicht op de AIVD en MIVD en de nieuwe wet op de inlichtingendiensten kent onvoldoende waarborgen tegen misbruik, zo laten onderzoekers van het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam aan de Volkskrant en BNR weten.
De onderzoekers onderzochten het wetsvoorstel dat deze maand naar de Kamer werd gestuurd en de huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) moet vervangen. Het voorstel geeft de inlichtingendiensten onder andere de bevoegdheid om ongericht verkeer via de kabel af te tappen. Vanwege de verregaande bevoegdheden zijn waarborgen tegen misbruik essentieel. Iets dat volgens de onderzoekers alleen via onafhankelijk toezicht kan, alleen ontbreekt dit in het wetsvoorstel.
Voordat de AIVD of MIVD bijvoorbeeld iemand mogen afluisteren moet de minister hier toestemming voor geven. "De minister is dus degene die de opdracht geeft en vervolgens zijn eigen opdracht toetst", zegt onderzoeker Ot van Daalen. In het onderzoeksrapport (pdf) dat vandaag is verschenen wordt dan ook gepleit voor de invoering van een rechterlijke toets. Er word dan vooraf gecontroleerd of een tapverzoek of inlichtingenoperatie rechtmatig is.
In totaal doen de onderzoekers in het rapport tien aanbevelingen voor het toezicht op geheime diensten. Zo moet rechterlijke controle bij het toezicht de voorkeur hebben. Ook moet meer openheid worden gegeven over de uitoefening van bevoegdheden, onder meer door het publiceren van statistische gegevens. Rechterlijk toezicht is nu vrijwel afwezig en het is verboden om statistieken te publiceren.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.