Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie heeft een brief aan de Eerste Kamer geschreven waarin hij de betekenis van het 'encryptieprobleem' uitlegt. Aanleiding is een verslag van een bijeenkomt van de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, die op 9 en 10 juli in Luxemburg plaatsvond.
De Raad bestaat uit ministers van justitie en binnenlandse zaken van de lidstaten van de Europese Unie. Tijdens de bijeenkomst waren er verschillende sessies, waaronder een sessie over terrorisme. Tijdens deze sessie werd er door aanwezige lidstaten gepleit voor samenwerking tussen veiligheidsdiensten en politie. Ook pleitten enkele lidstaten voor een snelle aanname van de EU-PNR-richtlijn, die de opslag en uitwisseling van passagiersgegevens verplicht. Tenslotte werd ook gepleit voor een beter gebruik van technologie en het "aanpakken van het probleem van encryptie".
Naar aanleiding van deze opmerking heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer om verdere uitleg gevraagd wat hier precies bedoeld werd. Volgens Van der Steur gaat het om het versleutelen van data via internet. "Die encryptie belemmert het werk van politie en diensten om gelegitimeerde toegang te krijgen tot communicatie van terroristen. Tijdens de informele JBZ-Raad in Riga op 29 en 30 januari 2015 is dit probleem nadrukkelijk door de EU- contraterrorisme coördinator onder de aandacht gebracht van de lidstaten", aldus de minister (pdf). Iets dat eerder al werd opgemerkt. Gisteren verscheen er ook een rapport van Europol waarin het 'encryptieprobleem' wordt besproken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.