Anonimiteit op internet maakt het lastig voor opsporingsdiensten om cybercrime aan te pakken, zo heeft minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie laten weten. Tijdens het debat over de begroting van het ministerie kreeg hij van VVD-Kamerlid Van Oosten de vraag of hij ook vindt dat de overheid te weinig haast maakt met de aanpak van cybercrime, dat het veel te makkelijk is om anoniem te blijven en of de begroting voldoende is om te investeren in de aanpak van cybercrime.
"Het is inderdaad gemakkelijk om anoniem te blijven op het internet en dat is lastig voor de opsporing. Ook de grenzeloosheid van het internet maakt het voor de politie lastig effectief op te sporen op internet. Daar leg ik mij niet bij neer. Er is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de aanpak en cybercrime is een onderdeel van de Veiligheidsagenda", aldus Van der Steur (pdf).
De minister merkt op dat het Team High Tech Crime van de politie is gegroeid naar 119 werknemers, de digitale ondersteuning in de regionale eenheden conform het Inrichtingsplan van de politie groeit en cybercrime één van de onderwerpen is waarvoor de politie van buiten de eigen organisatie technische experts kan werven. Daarnaast is jaarlijks 13,8 miljoen euro voor de politie beschikbaar voor de aanpak van cybercrime en om in te spelen op de digitalisering van de samenleving. Ook wijst de minister naar nieuwe bevoegdheden voor politie die bij de aanpak van cybercrime moeten helpen, zoals het binnendringen van geautomatiseerde werken.
Van der Steur kreeg ook een vraag van PvdA-Kamerlid Recourt over cyberaanvallen door terroristen. Recourt vroeg zich af hoe het zit met de veiligheid van sluizen, de verkeerstoren op Schiphol en het betalingsverkeer. Ook wilde hij weten of de slimste jongens en meisjes op het terrein van cyber voor de overheid werken. De minister stelt dat de cyberdreiging van terroristen meevalt.
Hij wijst naar het jaarlijkse dreigingsbeeld, het Cyber Security Beeld Nederland 2015, van het Nationaal Cyber Security Centrum. Hierin wordt aangegeven dat hoewel de potentie op digitaal gebied van terroristische actoren groeit, ze vanwege de beperkte technische capaciteiten nog geen grote dreiging vormen. "Desalniettemin zijn er zeker uiteenlopende en relevante dreigingen in het digitale domein die om een antwoord vragen. Daarom zet het ministerie van Veiligheid en Justitie in op een algehele verhoging van de digitale weerbaarheid", antwoordt de minister.
Wat betreft de vraag of de 'slimste jongens en meisjes' voor de overheid werken stelt Van der Steur dat het Nationaal Cyber Security Centrum en het team High Tech Crime van de Nationale Politie volledig op sterkte zijn en dat daar zeker de benodigde kennis over cybersecurity in huis is.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.