Internationaalrechtelijk gezien is er op dit moment geen bevoegdheid die de politie toestaat om systemen en netwerken binnen te dringen die zich niet op Nederlands grondgebied bevinden, zo liet senior raadsheer Christiaan Baardman, coördinator van het Kenniscentrum Cybercrime van de Rechtspraak, vandaag tijdens een hoorzitting over het Wetsvoorstel computercriminaliteit III aan de Tweede Kamer weten.
Het wetsvoorstel geeft politie de bevoegdheid om systemen in het buitenland binnen te dringen. Volgens Baardman wordt het binnendringen van een computer extra ingewikkeld als niet duidelijk is of het systeem zich wel in Nederland bevindt. Daarbij is er internationaalrechtelijk gezien geen bevoegdheid die landen toestaat om systemen buiten hun grondgebied binnen te dringen.
Baardman adviseerde dan ook, naar Duits voorbeeld, in de wet vast te leggen dat binnendringen in buitenlandse netwerken alleen in zeer uitzonderlijke gevallen mag. Volgens internationaal recht mag het dan wel. Concreet moet het dan gaan om levensgevaar, gevaar voor lichamelijk letsel of vrijheidsbeneming of bedreiging van voortbestaan van staat of mensheid.
Verder pleitte Baardman ervoor dat bij het bestrijden van computercriminaliteit, zowel vooraf, als het Openbaar Ministerie op een computer wil inbreken, als achteraf, als de gegevens zijn verzameld, er een toets door de rechter moet zijn. Die toets moet dan bepalen of het wettelijk is toegestaan (rechtmatigheid), of de verdenking in verhouding staat tot de inzet van het middel (proportionaliteit) en of de inzet van het middel noodzakelijk is (subsidiariteit).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.