De Nederlandse inlichtingendiensten moeten de mogelijkheid krijgen om voortaan zogenaamde Rasterfahndung te gaan toepassen: aan de hand van profielen van potentiele terroristen allerlei databestanden doorploegen op zoek naar aanwijzingen. Dat staat in de kabinetsnotitie ‘Terrorisme en bescherming van de samenleving’ die minister Donner van Justitie gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Rasterfahndung werd voor het eerst in de jaren zeventig in Duitsland geintroduceerd, in de jacht op de Rote Armee Fraktion. Aan de hand van aanwijzingen over hoe terroristen opereren, maakten de autoriteiten een soort cheklist. Zo had de RAF de gewoonte om de huur van huizen waarin ze zich schuil hielden contant af te rekenen, evenals de energierekening. De Duitse autoriteiten ploegden vervolgens alle mogelijke databanken door op zoek naar dergelijke aanwijzingen. Het gaat daarbij om alle databestanden van de overheid, maar ook van het bedrijfsleven of semi-publieke instellingen.
Minister Donner wil dit nu ook in Nederland mogelijk maken. ‘Voor een adequaat early warning systeem zullen databestanden met behulp van moderne ICT en aan de hand van profielen bevraagd moeten kunnen worden,’ schrijft Donner in de notitie, die een opsomming geeft van de beleidsmaatregelen die de regering het komende jaar gaat nemen op het gebied van terrorismebestrijding. Onder welke voorwaarden de inlichtingendiensten dit mogen, en tot welke databestanden toegang wordt verleend, moet nog worden uitgewerkt.
De Nederlandse beleidswijziging maakt ook de kans groter dat op Europees niveau een vergelijkbaar systeem wordt opgezet. Duitsland stelde al enige tijd geleden voor om dit te doen, maar dat stuitte tot nu toe op problemen op het gebied van privacybescherming. In Nederland zal de wet nu op dat punt worden aangepast. Bovendien kondigt Donner in de notitie ook aan dat terrorismebestrijding in de Europese Unie onderwerp moet kunnen zijn van zogenaamde ‘versterkte samenwerking’. Dat betekent dat een aantal EU-lidstaten op een bepaald onderwerp verder mogen gaan in hun onderlinge samenwerking dan de EU als geheel. Het ligt voor de hand dat Nederland in eerste instantie die nauwere samenwerking zal zoeken met de landen waarmee de inlichtingendiensten nu op bilateraal niveau ook al het meest samenwerkt: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Benelux.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.