Het uitschakelen van de grootste brandstofpijplijn in de Verenigde Staten, wat bij duizenden tankstations voor tekorten zorgde, is gedaan wegens zorgen over de facturatie, zo laten bronnen tegenover CNN en journalist Kim Zetter weten. De ransomware-aanval tegen de Colonial Pipeline Company raakte het facturatiesysteem. De brandstofpijplijn zelf werd niet direct door de aanval getroffen.
Colonial Pipeline besloot de pijplijn echter uit te schakelen omdat het bang was niet betaald te worden aangezien het facturatiesysteem door de aanval offline was, aldus de verschillende bronnen. Het bedrijf kon zodoende niet bepalen wat het elke klant moest factureren. Het facturatiesysteem zorgt ervoor dat klanten automatisch worden gefactureerd. Doordat het systeem offline was had Colonial alle informatie over de geleverde brandstof aan klanten handmatig moeten verzamelen en verwerken tot facturen.
Zaterdag meldde Colonial Pipeline dat de werking van de pijplijn is hersteld en brandstof weer met miljoenen liters per uur wordt vervoerd. Toch zal het nog wel even duren voordat de volledig 'supply chain' is hersteld, zo liet het bedrijf weten. Colonial Pipeline exploiteert negenduizend kilometer aan pijpleidingen en is verantwoordelijk voor 45 procent van de brandstofvoorziening van de Amerikaanse oostkust. Volgens Amerikaanse media heeft het bedrijf de aanvallers achter de ransomware-aanval bijna 5 miljoen dollar losgeld betaald voor het ontsleutelen van de bestanden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.