Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: Als je straks in het #Metaverse van Facebook een misdrijf begaat, onder welke wetten valt dat dan?
Antwoord: Ik zou zelf de Metaverse zeggen, maar dat terzijde. De vraag is natuurlijk relevant omdat de Metaverse een nieuwe manier is om via internet te interacteren en dingen te doen. Dat kunnen ook strafbare dingen zijn, en omdat de Metaverse nadrukkelijk wordt vormgegeven als een driedimensionale virtuele wereld, ontstaat dan het beeld van een ‘nieuw’ land, een nieuwe wereld. Hoe past dat bij oude wetten?
"Governments of the Industrial World, you weary giants of flesh and steel, I come from Cyberspace, the new home of Mind", aldus ooit John Perry Barlow, die al in 1996 voorzag dat internet breed gezien zou worden als een nieuwe wereld. Helaas voor hem trok niemand zich wat aan van deze onafhankelijkheidsverklaring-1.0.html, met name niet als het gaat om strafrecht: landen, hoe vermoeid of ouderwets ook, zien het kunnen reguleren van hun burgers en hun grondgebied als een kerntaak waar andere mensen van af moeten blijven.
Het korte antwoord is dan ook: De wetten van de landen waar je handelingen criminele impact hebben. Dit is niet uniek, bij Web 1.0 en 2.0 ook al zo. Er is immers geen wereldstrafhof.
Het iets langere antwoord: omdat wetgeving het concept van virtuele werelden niet erkent, althans niet in de zin van “niet ons terrein, vriend”, moet je bij het bepalen van jurisdictie dus daar doorheen prikken. Wat gebeurt er juridisch gezien, en wáár gebeurt dat? Slaat iemand ergens data op, wordt er een bericht verstuurd of ontvangen, ondervindt er iemand schade en zo ja waar zit die iemand?
Onbevredigend is dat wel. Als je in het Metaverse actief bent, dan wil je eigenlijk niet weten in welk fysiek land je handelen zich nu afspeelt, zeker niet als landen rare dingen gaan doen als "de server staat bij ons" of "iemand die hier woont, kan het lezen". Maar toch werkt het zo. En dat kan dus betekenen dat je de strafwetgeving van meerdere landen tegelijk moet respecteren, ook van landen waar je nooit gehoord hebt. Als Meta vanwege fiscale redenen een belangrijk deel van de dienst in een belastingparadijs als Nederland parkeert, dan valt iedereen onder Nederlands recht. En tegelijk misschien ook wel onder dat van Thailand, als die wereldwijde verboden hebben op het beledigen van hun staatshoofd.
Daar staat tegenover dat het meestal “alleen maar” om uitingsdelicten gaat. Smaad, laster, aanzetten tot haat, dat werk. Bij strafrecht denken we eerder aan moord en vernieling, maar in de Metaverse vind ik het moeilijk voor te stellen hoe je iemand zou vermoorden. Het kan zeer interessante en unieke lectuur opleveren, maar je komt echt niet in het terrein van het strafrecht. Hooguit bij virtuele diefstal, waar Nederland relatief unieke jurisprudentie over heeft.
Specifiek bij cybercrime geldt eigenlijk hetzelfde. De meeste landen hebben regels dat zij jurisdictie hebben als de dader fysiek in hun land was bij het plegen van het misdrijf, of als het slachtoffer dat was (of een computersysteem van het slachtoffer). Vaak geldt dat ook voor tussenliggende systemen ('springplanken') maar de criteria daarvoor verschillen van land tot land.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.