De introductie van de digitale euro wordt steeds reëler en Nederland is één van de aanjagers van deze digitale vorm van contant geld, zo stelt minister Kaag van Financiën. Het moet echter voor burgers mogelijk blijven om met contant geld te kunnen betalen, aldus de bewindsvrouw.
De Europese Centrale Bank (ECB) is begin 2020 gestart met de eerste verkenningen naar het ontwikkelen van een digitale euro. Vorig jaar verschenen de eerste resultaten daarvan, waarna de ECB een onderzoeksfase is gestart. In samenwerking met andere Europese centrale banken, waaronder De Nederlandsche Bank (DNB), worden de mogelijkheden voor het ontwerp en de distributie van de digitale euro in kaart gebracht.
De onderzoeksfase eindigt in het derde kwartaal van 2023. "Daarna kan worden overgegaan op de implementatiefase", aldus de minister. Ze ziet de digitale euro als een aanvulling op bestaande vormen van geld, niet als een vervanging. "Consumenten kunnen met hun bestaande contante geld en bankrekeningen blijven betalen, maar krijgen met de digitale euro een alternatief."
Kaag vindt dat het technisch ontwerp van een digitale euro uiteindelijk moet worden gemaakt door de ECB. "Wel zie ik een rekeninggebaseerde digitale euro, waarbij iedereen een digitale euro rekening kan openen, als meest de voor de hand liggende basis. Hiermee zijn de mogelijkheden om risico’s voor de financiële stabiliteit en witwassen tegen te gaan groter", zo laat de minister in een brief aan de Tweede Kamer weten.
Daarnaast zegt de minister zich in te zullen zetten om offline betalingen mogelijk te maken. Verder stelt Kaag dat privacy een van de belangrijkste aspecten bij de ontwikkeling van de digitale euro is. Zo zal bij het ontwerp van de digitale euro vastgelegd moeten worden hoeveel informatie van gebruikers wordt opgevraagd, hoe deze informatie wordt beveiligd en hoe deze wordt opgeslagen.
"Dit privacyvraagstuk speelt zowel bij het openen van een rekening als bij individuele transacties, en zowel bij de onder toezicht staande intermediairs als bij de uitgevende centrale bank", schrijft Kaag. De bewindsvrouw voegt toe dat er wel een balans moet worden gevonden met andere beleidsprioriteiten, zoals het tegengaan van witwassen, financiering van terrorisme en belastingontduiking.
Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep gekomen, aldus Kaag. Sinds de aankondiging van de ECB om over te gaan op de onderzoeksfase, is de ontwikkeling van de digitale euro drie keer in de Eurogroep besproken. De minister merkt op dat inmiddels 87 landen de ontwikkeling van een Central Bank Digital Currency (CBDC) onderzoeken.
"Op termijn zie ik de potentie voor ingezetenen van de Eurozone om hun digitale euro’s te kunnen converteren naar andere CBDC’s", laat Kaag verder weten. Eerder benadrukte het IMF het belang van een mondiaal betaalplatform voor CBDC, om zo fragmentatie van betalingssystemen als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen tegen te gaan. Afsluitend meldt de minister dat de digitale euro de komende periode hoog op de agenda zal blijven. "De digitale euro wordt besproken in de Eurogroep, onderzocht door de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie bereidt regelgeving voor."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.