D66 en de SP willen opheldering over het opvragen van gegevens over 800.000 ggz-patiënten door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zonder dat patiënten hiervoor toestemming hebben gegeven. Als het aan de SP ligt geven patiënten voortaan eerst toestemming voordat hun gegevens worden gedeeld. Sinds 1 juli zijn psychiaters, psychologen en andere zorgverleners verplicht om deze informatie aan de NZa aan te leveren. De Zorgautoriteit stelt dat de informatie gedepersonaliseerd is en niet te herleiden tot individuele patiënten, maar dat het over aanvullende informatie beschikt om dit wel te doen.
Critici van de dataverzameling spreken van een doorbreking van het medisch beroepsgeheim. "Het gaat om het massaal doorbreken van het medisch beroepsgeheim. Dat waarborgt datgene wat in vertrouwen tussen beide is uitgewisseld. Door het zonder toestemming opsturen van gepseudonimiseerde HONOS+-lijsten richting NZa wordt het medisch beroepsgeheim doorbroken. Immers, pseudonimiseren vertraagt slechts het tot persoon herleiden van data en sluit het niet uit", liet W.J. Jongejan van ZorgIctZorgen eerder deze week weten.
"Kunt u aangeven waarom het acceptabel is dat door patiëntgegevens te versleutelen en te pseudonimiseren "de herleidbaarheid tot personen tot een minimum beperkt is", maar er daarmee dus nog altijd een risico bestaat dat deze gegevens wel degelijk herleidbaar zijn?", willen SP-Kamerleden Leijten en Hijink van minister Kuipers van Volksgezondheid weten.
Leijten en Hijink vragen de minister ook of hij ervoor wil zorgen dat patiënten altijd vooraf toestemming moeten geven voordat hun gegevens gedeeld mogen worden. "Zo nee, kunt u uitgebreid toelichten waarom niet?", vragen ze verder. Kuipers moet ook duidelijk maken of hij bereid is om ervoor te zorgen dat behandelaars die weigeren mee te werken vanwege fundamentele bezwaren over hun beroepsgeheim, niet worden geconfronteerd met een boete vanuit de toezichthouder.
D66-Kamerleden Raemakers en Van Ginneken willen van minister Helder voor Langdurige Zorg weten op welke wettelijke grondslag het delen van deze gegevens en het eventueel opleggen van sancties zijn gebaseerd. "Kunt u uiteenzetten hoe de NZa de eisen uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) dat informatiedeling proportioneel en doelgebonden moet zijn, heeft gewogen met het kiezen voor deze werkwijze?", zo vragen ze verder.
De minister moet ook duidelijk maken of een medisch-ethische toetsingscommissie een oordeel heeft gegeven over deze werkwijze en of de Autoriteit Persoonsgegevens met de werkwijze heeft ingestemd. "Is er onderzocht of het onderzoek van de NZa ook doorgang zou kunnen vinden zonder het opvragen van medische informatie die onder het beroepsgeheim valt? Zo ja, waarom is daar niet voor gekozen? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te laten onderzoeken?", willen de D66-Kamerleden ook weten. De ministers hebben drie weken om met een reactie te komen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.