Ip-adressen en logbestanden zijn de belangrijkste data voor politieonderzoeken, zo stelt Europol op basis van onderzoek onder Europese politiediensten. Contentdata en locatiegegevens spelen een veel kleinere rol. Verder blijkt uit het Europol-onderzoek dat Nederlandse politieagenten vanwege veiligheidsredenen bepaalde websites vanaf hun werkstation niet of gedeeltelijk maar kunnen bezoeken, wat onderzoek kan hinderen.
Elk jaar publiceert Europol het SIRIUS European Union (EU) Digital Evidence Situation Report, waarin wordt beschreven hoe Europese politie- en opsporingsdiensten omgaan met digitaal bewijs. Net als voorgaande jaren blijkt verkeersdata, zoals ip-adressen en logbestanden, belangrijker dan de content van gebruikers, zoals de inhoud van e-mails en foto's.
Logbestanden, met daarin datum, tijd en ip-adres gebruikt voor het benaderen van een bepaalde dienst, naam en ip-adres gebruikt bij registratie zijn de belangrijkste gegevens voor politieonderzoeken, zo laten ondervraagde politieagenten weten. Slechts zeventien procent van de ondervraagde agenten noemde content als belangrijkste data. Drie procent minder dan het voorgaande jaar.
Verder stelt Europol dat 26 procent van de Europese politieagenten met veiligheidsbeperkingen op hun werkstation heeft te maken, waardoor toegang tot bepaalde online diensten deels of helemaal niet mogelijk is, waaronder socialmediaplatforms. Het gaat onder andere om Nederlandse politieagenten. Het blokkeren van websites kan bij het onderzoeken van misdrijven op online platforms voor problemen zorgen.
Ook kan het ervoor zorgen dat politieagenten geen toegang hebben tot de portaal van online serviceproviders waarmee verzoeken voor de data van gebruikers zijn in te dienen. Wanneer dergelijke websites op het werkstation van een agent zijn geblokkeerd moeten ze alternatieve apparaten gebruiken of contacten binnen de it-afdeling benaderen, aldus Europol (pdf).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.