Justitie gaat commerciële dna-databases inzetten voor strafrechtelijke onderzoeken, zo heeft het Openbaar Ministerie (OM) vandaag bekendgemaakt. Het gaat om Amerikaanse databases. Mensen van over de hele wereld kunnen hun dna daarnaartoe sturen om bijvoorbeeld verwanten te vinden of hun geografische herkomst te achterhalen. In de Verenigde Staten zijn dergelijke databanken al meerdere keren door de autoriteiten gebruikt voor het oplossen van coldcasezaken. Ook in Zweden is er gebruik van gemaakt. Gebruikers van deze databases geven zelf toestemming om hun dna-profiel met justitie te delen.
De informatie uit de dna-databases is te gebruiken voor bijvoorbeeld stamboomonderzoek, om zo naar een verdachte te komen. Wanneer slechts twee procent van de Nederlandse bevolking zijn of haar dna-profiel naar een database zou uploaden, is het inmiddels mogelijk om altijd tot een dna-match met een verwant te komen, zo stelde dna-expert Lex Meulenbroek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) eerder. "In theorie is het zo dat als 350.000 Nederlanders zeggen: mijn dna mag in een databank om misdrijven op te lossen, we bijna elk dna-spoor kunnen identificeren via stamboomonderzoek."
Eerder vond er al een onderzoek plaats of dergelijke particuliere dna-databases ook in Nederland zouden zijn te gebruiken voor het onderzoeken van cold cases waarbij geen sprake is van een verdenking van een strafbaar feit. "De verkenning heeft niet geleid tot meer inzicht in de vraag in hoeverre het gebruik van private genealogische dna-databanken meerwaarde heeft in de Nederlandse situatie en in de maatschappelijke lasten en baten. Om dit in kaart te brengen zullen er actuele casussen moeten worden onderzocht. De conclusie van mijn departement en dat van Binnenlandse Zaken is echter dat het op dit moment niet goed verdedigbaar is dat er een afdoende juridische grondslag is voor een dergelijk onderzoek", aldus minister Yesilgoz van Justitie en Veiligheid afgelopen oktober.
Destijds was het Openbaar Ministerie ook bezig met een onderzoek of particuliere genealogische databanken kunnen worden gebruikt in strafzaken. Dit onderzoek werd begin dit jaar afgerond. "Indien het OM tot de conclusie komt dat het huidige wettelijke kader voldoende ruimte biedt voor een pilot, en we tot inzet overgaan, is het uiteindelijk aan de strafrechter om over de toelaatbaarheid van die inzet een oordeel te geven", voegde Yesilgoz toe (pdf).
Vandaag meldt het OM dat het particuliere dna-databases gaat gebruiken voor het oplossen van vastgelopen strafzaken. Binnenkort start een pilot waarin die opsporingsmethode in twee cold casezaken wordt ingezet. Dat zou voor het eerst zijn in Nederland. De opsporingsmethode wordt eerst nog voorgelegd aan de rechter. Het gaat specifiek om zaken waar het dna van de verdachte of een onbekende dode die door een misdrijf om het leven is gekomen beschikbaar is en er geen overeenkomst is gevonden in de Nederlandse dna-databank voor strafzaken, de dna-databank Vermiste Personen of justitiële dna-databanken van andere Europese landen.
Door het dna van de onbekende persoon of het onbekende daderspoor te vergelijken met de dna-profielen van personen in een genealogische dna-databank, kunnen (verre) verwanten van deze persoon in beeld komen. Aan de hand van deze verwanten kan vervolgens door stamboomonderzoek de identiteit van de verdachte of het onbekende slachtoffer achterhaald worden.
Tijdens de pilot gaan het OM en NFI gebruikmaken van twee Amerikaanse genealogische dna-databanken, GEDmatch en FamilyTreeDNA. Daarin hebben totaal 1,7 miljoen mensen toestemming gegeven voor het delen van hun dna-profiel met justitie. "Omdat de voorouders van veel inwoners van de Verenigde Staten afkomstig zijn uit Europa, is het mogelijk dat ook in Nederlandse strafzaken verre verwanten van onbekende verdachten of onbekende slachtoffers via de Amerikaanse databanken worden gevonden", aldus het OM. "Bovendien maken steeds meer Nederlanders voor stamboomonderzoek gebruik van dit soort dna-databanken."
De pilot zal starten met twee zaken waarin dna-materiaal beschikbaar is van een nog onbekende verdachte of dna van een slachtoffer van een misdrijf van wie politie en OM nog steeds de identiteit niet weten. Het OM zal eerst de rechter-commissaris vragen of deze opsporingsmethode mag worden gebruikt. "Dat betekent dat we in ieder geval in de eerste twee zaken van de pilot een vordering doen om de onderzoeksrechter te vragen het OM machtiging te verlenen om het onderzoek uit te voeren", stelt Mirjam Warnaar, landelijk officier Forensische Opsporing.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.