De rechtbank Limburg heeft groen licht gegeven voor het gebruik van twee commerciële Amerikaanse dna-databases voor verwantschapsonderzoek in twee coldcasezaken. Het gaat om de databases GEDmatch en FamilyTreeDNA. Mensen van over de hele wereld kunnen hun dna daarnaartoe sturen om bijvoorbeeld verwanten te vinden of hun geografische herkomst te achterhalen.
Het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaan de databases nu inzetten in het kader van een pilot. Door het dna-profiel van een onbekende dode of een onbekende verdachte te vergelijken met de dna-profielen van personen in de twee databases kunnen (verre) verwanten van deze onbekende persoon in beeld komen. Met behulp van deze verwanten is het mogelijk om door stamboomonderzoek de identiteit van de verdachte of het onbekende dode slachtoffer te achterhalen.
De eerste coldcasezaak waarin deze methode wordt ingezet betreft een woningoverval met dodelijke afloop. De andere geselecteerde zaak is het onderzoek naar een onbekende overleden vrouw. Als er (verre) verwanten in beeld komen, is het onderzoek niet klaar. ‘Daarvoor moet ook het eventuele stamboomonderzoek succesvol zijn en dat hangt mede af van de beschikbaarheid en volledigheid van persoonsarchieven en bevolkingsregisters’, aldus landelijk officier forensische opsporing Mirjam Warnaar.
Warnaar merkt op dat het OM via de pilot inzicht probeert te krijgen in de manier waarop deze opsporingsmethode in de toekomst in Nederland kan worden ingezet en welke zaken hiervoor nog meer in aanmerking kunnen komen. Mogelijk volgen binnen deze pilot nog meer zaken. De vergelijkingen vinden volgens het OM uitsluitend plaats met dna-profielen van mensen die hiervoor expliciet vooraf toestemming hebben gegeven aan de dna-databases. In de twee databases is dit bij elkaar door bijna 1,8 miljoen mensen gedaan.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.