Gemeenten die drone-inspecties in woonwijken uitvoeren zijn in eerste instantie zelf degene die moeten bepalen of de inzet rechtmatig is, zo stelt demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken (pdf). Hij ziet zich dan ook niet geroepen om de drone-inspecties te verbieden zoals de SP wil. Verschillende Nederlandse gemeentes zetten drones in om verbouwingen aan woningen te controleren. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitbouwen, dakopbouwen en dakkapellen.
Eerder dit jaar kondigde de gemeente Den Haag aan dat het één keer per maand met een drone langs verschillende plekken in de stad vliegt, om te controleren of burgers zich bij hun verbouwing wel aan wetten en regels houden. Ook de gemeente Deventer maakt bij inspecties gebruik van drones. De SP stelde over de drone-inspecites Kamervragen en wil dat de gemeentes hiermee stoppen.
"Of de inzet van drones rechtmatig is, staat in de eerste plaats ter beoordeling van de gemeenten in kwestie. Zij moeten een grondige toets uitvoeren of het filmen of maken van foto’s in overeenstemming is met de privacy- en sectorspecifieke wetgeving", reageert De Jonge. Hij merkt op dat naast het eigen onderzoek van de gemeente de mogelijkheid bestaat dat de Autoriteit Persoonsgegevens een onderzoek zal beginnen.
"Het is uiteindelijk aan de AP en eventueel de rechter om een oordeel te geven over de aanvaardbaarheid van de inzet van drones onder de omstandigheden zoals in de gemeenten Den Haag en Deventer", voegt De Jonge toe. SP-Kamerleden Van Nispen en Temmink vroegen of de minister het ermee eens is dat deze vorm van toezicht grote gevolgen kan hebben op de privacy van mensen. "In theoretische zin is dat zo. Toetsing aan de beleid- en uitvoeringspraktijk blijft noodzakelijk, om een specifiek antwoord te geven", laat De Jonge daarop weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.