Surveillance door advertentiebedrijven en de overheid zijn zeker in de Verenigde Staten vaak hetzelfde, zo stelt de Amerikaanse burgerrechtenbeweging EFF. Voorheen hadden overheidsinstanties een gerechtelijk bevel nodig om data bij bijvoorbeeld communicatieproviders of techbedrijven op te vragen. Steeds vaker koopt de Amerikaanse overheid deze data nu van datahandelaren, die de gegevens via de advertentie-industrie hebben verkregen, zo claimt de EFF.
De burgerrechtenbeweging wijst hiervoor naar eigen onderzoek en dat van The Wall Street Journal. De Amerikaanse krant publiceerde onlangs over een bedrijf genaamd Near Intelligence. Het bedrijf claimt gegevens van meer dan een miljard apparaten te bezitten, afkomstig van datahandelaren. Near Intelligence had contracten met 'government contractors', die de data weer doorspeelden aan het Amerikaanse leger en inlichtingendiensten. Die kunnen zo de geolocatiegegevens van al deze apparaten opvragen, terwijl daar vroeger nog een 'probable cause' en een gerechtelijk bevel voor nodig was.
"Veel app-ontwikkelaars willen snel geld verdienen en verkopen maar al te graag je data aan de hoogste bieder, en dat is vaak ook de overheid", zo stelt de EFF. "Met de klik van een muis kan de politie dergelijke surveillancetools gebruiken om de telefoons van mensen te zien die een demonstratie bijwoonden, ze naar huis volgen en ze aan meer surveillance blootstellen." De burgerrechtenbeweging wil dat het verboden wordt voor de Amerikaanse overheid om data aan te schaffen waarvoor het anders een gerechtelijk bevel nodig zou hebben.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.