Cybercriminelen en daders van gedigitaliseerde criminaliteit worden zelden door justitie opgespoord, vervolgd en berecht, zo blijkt uit een onderzoek naar een willekeurige steekproef van 300.000 registraties uit de Basis Voorziening Handhaving van de Nationale politie. Ook blijkt dat slachtoffers van cybercrime over het algemeen minder vaak aangifte doen dan slachtoffers van traditionele delicten.
Bij cybercrime gaat het bijvoorbeeld om hacken of ransomware. Voorbeelden van gedigitaliseerde criminaliteit zijn online fraude en online bedreiging. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Op basis van de 300.000 onderzochte registraties stellen de onderzoekers vast dat de meeste vormen van online criminaliteit in minder dan 1 procent (met maximum van 4 procent voor alle gedigitaliseerde criminaliteit tezamen) van de registraties voorkwam. Vervolgens bleek in ongeveer 25 procent van de registraties geen sprake te zijn van een aangifte en van alle registraties met een aangifte werd maar in ongeveer tien procent van de gevallen ook een verdachte gekoppeld.
"De belangrijkste conclusie moet dan ook luiden: we vinden zelfs met de toepassing van geavanceerde predictive textmining modellen maar weinig registraties van online criminaliteit in de strafrechtketen. De instroom in de vorm van aangiften is al niet groot, maar omdat er maar in ongeveer tien procent van de gevallen een verdachte wordt gekoppeld, is de doorstroom nog veel geringer", zo concluderen de onderzoekers.
Uit de cijfers blijkt dat 88 procent van de verdachten van cybercrime en 85 procent van de verdachten van gedigitaliseerde criminaliteit meerderjarig was, al valt op dat het aandeel minderjarige verdachten wat hoger is bij helpdeskfraude (21 procent) en juist wat lager bij WhatsAppfraude (8 procent), online identiteitsfraude (8 procent) en online oplichting (9 procent).
Verder laten de cijfers zien dat voor een aanzienlijk deel van de meerderjarige verdachten van online criminaliteit een overige of onbekende afdoening geregistreerd staan bij politie of OM (samen goed voor 43 procent), terwijl dit bij minderjarige verdachten ook maar in mindere mate voorkomt (33 procent). Het aandeel van de verdachten van online criminaliteit die helemaal doorstromen naar de rechtbank verschilt weinig tussen meerderjarige en minderjarige verdachten, en ligt rond een derde. Minderjarige verdachten krijgen vaker een afdoening bij de politie (6 procent) dan meerderjarigen verdachten (1 procent).
Voor het onderzoek werden ook experts ondervraagd welke verbetermogelijkheden zij zien op het gebied van aangiftebereidheid, de intake en screening van zaken en de opsporing. Volgens de experts kan een gebruikersvriendelijk online aangiftesysteem de stap om aangifte te doen gemakkelijker maken voor slachtoffers. Verder wordt gepleit voor het trainen van servicemedewerkers en het invoeren van landelijke centralisatie bij het clusteren en screenen van aangiften.
Ook wordt voorgesteld om door middel van trainingen vooroordelen over de complexiteit van online criminaliteit bij rechercheurs te verminderen en meer bewustwording te bereiken van de mogelijke ernst van deze vormen van criminaliteit. Overigens stellen de onderzoekers dat het nu moeilijk is zicht te krijgen op online criminaliteit in de politiecijfers. Betere registratie van de verschillende vormen van online criminaliteit kan daarbij helpen.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.