De veiligheid van besturingssystemen draait om het beheren van de toegang. Via het Discretionary Access Control (DAC) mechanisme is het in Linux distributies mogelijk om te bepalen wie toegang tot een resource krijgt en op welke manier. DAC is echter geen ideale oplossing, omdat het applicaties dezelfde privileges geeft als de gebruiker die ze draait.
Een gecompromitteerde applicatie die als root draait, brengt het hele systeem in gevaar. Als antwoord heeft men Mandatory Access Control (MAC) ontwikkeld, dat toegang tot een resource regelt aan de hand van een security policy, ongeacht welke gebruiker de applicatie draait. Het Security Enhanced Linux (SELinux) project is de eerste "mainstream" implementatie van MAC.
SELinux is ontwikkeld door de National Security Agency, maar in 2000 teruggegeven aan de open source gemeenschap. Alle veiligheid gaat echter ten koste van de bruikbaarheid, en gebruikers moeten dan ook wel even wennen. Toch zijn er allerlei tools die het leven van de SELinux gebruiker makkelijker maken, zoals dit artikel beschrijft.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.