Een groot onderzoek naar problemen met harde schijven heeft aangetoond dat de hardware veel vaker kapot gaat en verwisseld wordt dan aanbieders toegeven, dat hitte nauwelijks effect op de levensduur van een schijf heeft en dat SCSI en Fibre Channel disks niet betrouwbaarder zijn dan Serial ATA (SATA) schijven.

Onderzoekers van de Carnegie Mellon universiteit ontdekten dat hoewel vendors zeggen dat de "mean time between failure" (MTBF) van een harde schijf tussen de 1 miljoen en 1,5 miljoen uur ligt, wat neerkomt op een percentage van 0,88% dat jaarlijks stuk gaat, het werkelijk aantal vervangen harde schijven 2% tot 4%, en in sommige gevallen zelfs 13% bedraagt.

Verschillende hardeschijffabrikanten wilden niet op het onderzoek reageren. "De omstandigheden waar kapotte harde schijven mee samenhangen zijn complex en vereisen een gedetailleerde analyse om te bepalen wat het defect veroorzaakte. Het is belangrijk om te beseffen dat niet alleen de gebruikte drive, maar ook de omgeving, systeem en belasting een rol spelen" aldus een woordvoerder van Seagate.

In het geval van Fibre Channel schijven, die vier keer zo duur zijn als SATA disks, blijkt dit alleen gerechtvaardigd voor de hogere snelheid. "We hebben geen bewijs dat SATA schijven minder betrouwbaar zijn dan SCSI of Fibre Channel drives" zegt onderzoeker Garth Gibson.

Onderzoek door Google naar hetzelfde onderwerp toont aan dat hitte nauwelijks een effect op de levensduur van een harde schijf heeft. "Dat wil niet zeggen dat er geen is. Het laat wel zien dat de temperatuur een van de vele dingen is die een rol speelt" zegt Google engineer Luiz Barroso.

Update: typo verholpen