Zowel Microsoft als Mozilla klaagden over de manier waarop Apple haar Safari browser via beveiligingsupdates verspreidt. Onder druk van StopBadware heeft het bedrijf uit Cupertino nu verschillende aanpassingen gemaakt waardoor voor gebruikers het verschil tussen patches en nieuwe software duidelijker is.

Stopbadware is een samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Harvard en Oxford en wordt ondersteund door bedrijven als Google, Lenovo en Sun Microsystems. De organisatie had Apple gedreigd Safari tot kwaadaardige software uit te roepen als het de verspreiding niet zou aanpassen. Er moest een duidelijk verschil worden gemaakt tussen de te installeren beveiligingspatches en nieuwe applicaties.

Ook moest er een gebruikersovereenkomst en privacy policy worden toegevoegd, die in eerste instantie ontbraken. StopBadware informeerde Apple over haar voornemen, maar kreeg nooit een reactie. Een dag voor het verstrijken van de deadline waarop de Apple Software Update tool als badware zou worden uitgeroepen, waren de problemen verholpen, hoewel Safari en iTunes nog altijd standaard zijn aangevinkt.

"De vorige versie van Apple Software Update was verwarrend voor gebruikers en had de potentie om het vertrouwen van gebruikers in het update proces te ondermijnen. Met deze aanpassing, en hopelijk andere aanpassingen na feedback van de gemeenschap, kunnen gebruikers zich weer op hun gemak voelen als ze updates en software via Apple's tool installeren," aldus Maxim Weinstein.