De Duitse inlichtingendienst heeft een Trojaans paard gebruikt om het Afghaanse ministerie van Handel en Industrie te bespioneren. In 2006 lanceerde een afdeling van de Bundesnachrichtendienst een aanval tegen het netwerk van de Afghaanse overheid. Via het Trojaanse paard dat de Duitsers wisten te installeren kregen ze toegang tot e-mail en vertrouwelijke documenten. Mogelijk zijn ook andere Afghaanse ministeries het doelwit geweest, maar veel van de bestanden en documenten betreffende de zaak zijn vernietigd.

Er is inmiddels door de Duitse overheid een onderzoek toegezegd, toch lijkt dat het beschadigde vertrouwen niet weg te kunnen nemen. Eerder werd al geprobeerd om politie-spyware toe te staan, waarmee burgers bespioneerd konden worden. Der Spiegel vraagt zich dan ook af of de Duitse overheid wel verantwoordelijk om kan gaan met de technologie van deze tijd.

De krant is zelf ook getroffen door het schandaal. Een van de journalisten van Der Spiegel hield contact met een Afghaanse minister, waardoor de inlichtingendienst ook in haar berichten rondneusde. Meer dan 30 e-mails tussen de journaliste en minister waren interessant genoeg voor de inlichtingendienst om te lezen. Hiervoor had de Bundesnachrichtendienst een gerechtelijk bevel moeten hebben, maar het koos ervoor om de wet te negeren.

Het was trouwens niet de eerste keer dat de inlichtingendienst een Trojaans paard tegen een ander land inzette. Eerder werd het netwerk van de Republiek van Congo geïnfecteerd. Vorig jaar haalde de Duitse overheid nog hard uit naar China, omdat Chinese hackers Duitse netwerken zouden hebben gehackt. Ondanks de omvang van het schandaal, mag de directeur van de inlichtingendienst gewoon aanblijven.