Een Amerikaanse parlementariër beweert dat zijn computer door Chinese hackers is gekraakt en dat de autoriteiten hem vroegen de aanval stil te houden, toch zocht hij de publiciteit. Vier computers van Republikein Frank Wolf, die zich bezighoudt met de mensenrechten in China en andere landen, zouden in 2006 zijn gehackt. De aanvallers wisten toegang te krijgen tot gevoelige informatie over de identiteit en locatie van Chinese dissidenten waar Wolf mee samenwerkte.

Verschillende overheidsdiensten vroegen Wolf om niet over de aanvallen te spreken, maar uit angst dat nog meer parlementsleden door buitenlandse hackers gehackt zouden worden, negeerde hij het advies. "Alles op mijn werkcomputer, e-mails, memo's, correspondenties en zaken, stonden open voor buitenstaanders." Wolf introduceerde een voorstel om ambtenaren beter voor te lichten over het gevaar van cybercrime, en dan met name van buitenlandse regeringen. Ook een ander parlementslid liet het Amerikaanse congres weten dat computers van Buitenlandse Zaken door Chinezen zijn gehackt.

De Chinese ambassadeur in de VS ontkent de aantijgingen, omdat de aanvallers het IP-adres kunnen spoofen. "Het IP-adres van een specifiek land zegt niets. In deze high-tech omgeving is het eenvoudig voor aanvallers om IP-adressen te verzinnen. De houding van de Chinese overheid over hacking in cyberspace is consistent en duidelijk: We zijn tegen zulke activiteiten," aldus Wang Bao Dong.