De aanpak die Apple voor de beveiliging van haar producten hanteert, zorgt ervoor dat de software ongeschikt voor het bedrijfsleven is, zegt Andrew Storms van beveiligingsbedrijf nCircle. Op 9 september patchte Apple zo'n twintig beveiligingslekken in QuickTime, iTunes en andere software. Op 12 september verscheen iPhone versie 2.1 die 8 lekken en de 3G verbindingsproblemen verhielp. Drie dagen later verscheen een update voor 70 security problemen in OSX en op 16 september patchte het lekken in de Remote Desktop. In acht dagen tijd verschenen er updates voor alle platformen en applicaties en dat heeft z'n invloed op security teams.
In tegenstelling tot andere vendors geeft Apple van tevoren geen enkele waarschuwing wat het gaat patchen en wat de omvang van de updates is. Dit betekent dat security teams op 9 september de updates moesten doornemen, prioriteiten stellen en middelen beschikbaar maken, om drie dagen later weer bij elkaar te komen. En het zelfde verhaal herhaalde zich op 15 en 16 september. "De impact van deze willekeurige update cyclus van Apple is ernstig genoeg dat sommige bedrijven besluiten om geen Apple hardware en software meer te gebruiken," stelt Storms.
Microsoft hanteert een Security Development Lifecycle die voor alle partijen inzichtelijk is. Apple had dit volgens Storms niet letterlijk moeten overnemen, het had wel kunnen zien wat werkt en wat niet. Hij hoopt dan ook dat Cupertino z'n best gaat doen en security een boost geeft, zoals het met veel andere producten ook heeft gedaan. "Hip en cool brengt je maar tot zo ver binnen het bedrijfsleven."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.