image

Korthals: maximaal drie maanden opslag verkeersgegevens

woensdag 23 mei 2001, 16:56 door Redactie, 0 reacties

Den Haag - Minister Korthals van Justitie vindt een bewaartermijn van
drie maanden voor verkeersgegevens van telecommunicatiebedrijven en
internetdienstaanbieders voldoende. Dit zei de bewindsman dinsdag in de
Tweede Kamer.

Korthals sloot echter niet uit dat daar in de toekomst onder Europese
druk verandering in komt. De Europese justitieministers zijn in conflict
geraakt met de Europese Commissie over de bewaartermijn van
verkeersgegevens. De justitieministers roepen de Europese Commissie op
om het voorstel voor privacybescherming bij elektronische communicatie
te herzien. In dit voorstel staat onder meer dat telecommunicatie- en
Internetdienstaanbieders verkeersgegevens onmiddellijk moeten wissen of
anonimiseren. Telecom- en internetaanbieders mogen deze gegevens alleen
opslaan zo lang als nodig is om de facturen te maken. Ook
locatiegegevens mogen volgens de Europese Commissie niet langer dan
strikt noodzakelijk bewaard worden. Volgens de Europese
justitieministers betekenen deze bepalingen een ernstige belemmering
voor de bestrijding van misdaad.

De justitieministers scharen zich daarmee achter de kritiek van
opsporingsdiensten, die zich al langer verzetten tegen de
ontwerp-privacywetgeving van de Europese Commissie. In de Europese Unie
bestaat een sluimerend conflict dat zich met name richt op de vraag
hoelang verkeersgegevens moeten worden bewaard.

In de ontwerp-resolutie van de JBZ-Raad wordt geen bewaartermijn
genoemd, maar bekend is dat de Europese lidstaten die lid zijn van de G8
(onder meer Groot-Brittannië, Italië en Duitsland) een lange
bewaartermijn voorstaan. Zo wil Groot-Brittannië dat alle
verkeersgegevens van telecommunicatie zeven jaar lang bewaard blijven.

Burgerrechtengroeperingen, het bedrijfsleven en de Europese
Registratiekamers zijn echter fel tegen een lange bewaartermijn. Zij
vinden een periode van één tot drie maanden het maximale. Langere opslag
mag alleen als er een concreet opsporingsonderzoek tegen een verdachte
loopt.

Korthals vindt de huidige Nederlandse praktijk, waar een vrijwillige
bewaartermijn van maximaal drie maanden geldt, afdoende. Hij erkende
echter dat daar in Europa verschillend over wordt gedacht. Korthals
wilde zich niet vastleggen op een mogelijk Nederlands voorbehoud als
andere lidstaten een langere termijn eisen. `De onderhandelingen over
deze kwestie zijn nog lang niet afgerond. Als je wilt onderhandelen, kun
je geen principieel standpunt innemen,' aldus Korthals. Hij wees er
bovendien op dat in de resolutie, waarin de justitieministers de
Europese Commissie oproepen haar standpunt te herzien, nog geen
bewaartermijn wordt genoemd.

De Justitieministers keuren naar verwachting ook een resolutie goed,
waarin staat wat voor interceptie-eisen opsporingsdiensten aan
telecombedrijven en Internetdienstaanbieders stellen. De
opsporingsdiensten willen alle telecommunicatienetwerken kunnen
afluisteren en op data doorzoeken. De resolutie is een herziene versie
van de vereisten die sinds 1995 gelden en zijn aangepast aan de moderne
Internettechnologieën.

De opsporingsdiensten willen niet alleen de inhoud van communicatie
kunnen afluisteren, maar ook de beschikking krijgen over alle gegevens
die bij de communicatie horen. Daarbij valt te denken aan gebruikte
telefoonnummers, e-mailadressen, wachtwoorden en gebruikersnamen,
PIN-nummers, log-in namen en bezochte websites. Telecombedrijven moeten
opsporingsdiensten onmiddellijk doorgeven wanneer een verdachte zich op
Internet begeeft of de telefoon gebruikt.

Ook alle nummers die een verdachte draait, maar waarbij geen verbinding
tot stand komt, dienen aan opsporingsdiensten ter beschikking te worden
gesteld. De interceptie-eisen gelden ook voor speciale
telecommunicatiediensten, zoals voice-mail, doorschakeling, en
telefoonvergaderingen.

Tevens willen de opsporingsdiensten beschikking krijgen over de precieze
locatie waar een verdachte zich bevindt. Dat kan gaan om de geografische
locatie van mobiele telefoons, vanuit welke plaats met een modem wordt
ingebeld, of naar welke telefoon een gesprek automatisch wordt
doorgeschakeld.

De EU-lidstaten dienen zelf in hun wetgeving de technische eisen om te
zetten. Volgens de Nederlandse regering betekenen de nieuwe eisen geen
wezenlijke verandering van de nu bestaande situatie.

Nog geen reacties
Reageren

Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.