Dat het verschijnsel privacy nog steeds hoogst verwarrend is blijkt uit de officiële reactie van de politie op de blunder met de flitsfoto website. Via mijnpolitiebureau.nl kunnen mensen die een bekeuring ontvangen hebben, op deze site inloggen met DigiD of Burgerservicenummer en hun wachtwoord. Het was een pilot die net een maand in de lucht was. Deze 'boetevolgservice' is ontwikkeld in samenwerking met BVOM, CVOM en CJIB. Op de site konden bestuurders die tussen Alkmaar, Hoorn en Den Helder zijn geflitst de foto van hun overtreding bekijken op internet. Aardig plan, maar het ging fout: ze konden ook de foto's zien van andere overtreders. Na een smalend artikel in de wakkerste krant van Nederland is de site uit de lucht gehaald.
Op zich een redelijk triviaal misstandje. De site toont kleine verkeersovertredingen en er is dus ook weinig aan de hand. Waar ik wél een groot probleem mee heb is de reactie van de politie. Deze benadrukt dat de privacy niet geschonden kan zijn, omdat overtreders toch al gebruikmaken van de openbare weg en door iedereen gezien kunnen worden. Daarom zijn deze foto's niet privacygevoelig, aldus het korps Noord-Holland. Hetzelfde standpunt neemt Google in met Streetview; wat op straat gebeurt is publiek bezit, en als je het er niet mee eens bent ga je maar naar de rechter. Laten we dit even laten bezinken.
Stel, justitie fotografeert wildplassers en zet deze foto’s op het internet. Er is sprake van een overtreding en van iets dat zich afspeelt in de publieke ruimte, dus in de redenatie van de politie moet dit kunnen. Maar de wildplasser staat er wel lullig op. Maakt kennelijk niet uit.
Nog een: je fotografeert politieagenten die onder diensttijd, buiten op straat voor het bureau, staan te roken. Niet strafbaar, maar verzin een leuke reden, zoals schade aan het gezag, of het verkeerde voorbeeld voor de jeugd. Vervolgens zet je de foto’s op Internet. Toen Geenstijl een mildere variant van deze grap uithaalde, werd door minister ter Horst het portretrecht in combinatie met het redelijk belang op privacy van de agenten aangevoerd als onvoldoende reden tot maatregelen. De politieagenten kunnen een civiele procedure aanspannen, was het advies van onze minister.
Of, nog erger, je zet een webcam op een naaktstrand. Fout? Ja, natuurlijk! Maar waarom? Ook een naaktstrand is immers openbare ruimte, dus als iemand wil klagen kan hij niet bij de politie terecht. Dit biedt de ondernemende geest leuke kansen; laat de bezoekers van de site betalen om de camera te kunnen richten. Een uitstekend businessmodel, maar de kans is erg groot dat je uit de lucht wordt gehaald. De eerste reden is dat je er geld mee verdient, wat natuurlijk in strijd is met de Oudhollandse zeden. Maar wat je te horen krijgt is dat je de privacy van de mensen op het strand schendt. Waar je weer tegenin kan brengen dat veel mensen toch al allerlei privé-zaken op het internet gooien, en dit dan niet meer uitmaakt. Zie hiervoor bij de politiek populaire verwijzingen naar het gedrag van sommige sukkels op Hyves, CU2, CU2night en Facebook. Een dijk van een argument natuurlijk: omdat sommige mensen niet voor zichzelf kunnen zorgen, is het voor iedereen verboden. Natuurlijk zullen er ook mensen vinden dat die naaktlopers het alleen maar fijn vinden om met hun hele hebben en houwen op het internet te staan. Maar de meeste mensen snappen wel dat hoewel het naaktstrand publieke ruimte is, de privacy geschonden wordt met een webcam. Toch mag het wel, volgens de wet.
Dat kan ook met het Zandpad, de weg in Utrecht waaraan de woonboten met prostituees liggen. Staat je kenteken op de webcam? Nou en, het speelt zich af op de openbare weg, dus hij blijft lekker staan. Ook hier zie ik zakelijke kansen; bied aan de beelden te verwijderen voor administratieve kosten van honderd euro.
Een laatste: de pinautomaat. Stel je richt een webcam die opneemt wat mensen intypen. Zonder de gezichten heel herkenbaar te tonen, want anders schendt je het portretrecht en kan iemand een civiele procedure tegen je aanspannen. Pinautomaten hangen op de openbare weg, dus de wet staat dit allemaal toe. “Als burgers vinden dat ze door de camera’s in hun bewegingsvrijheid worden beperkt, staat het ze vrij naar de rechter te stappen,” zegt de woordvoerder van Ter Horst.
Privacy heeft in het digitale tijdperk blijkbaar een onvoorziene dimensie gekregen, die nog niet vertaald is naar heldere juridische kaders. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waar privacy liefhebbers zich op beroepen, biedt weinig soelaas. Artikel 8 lid 1 stelt dat een ieder recht heeft op respect voor (onder meer) zijn privéleven. Het tweede lid zegt vervolgens dat geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan. Maar dan komt het: behalve als dit bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare orde of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Dus als er al sprake is van enige relevante wetgeving, dan is deze erg ruim geformuleerd. Sterker nog, je kunt er alle kanten mee op. Zoals Ter Horst met vaste regelmaat aantoont. De politie van Noord-Holland had vast wel een betere site kunnen laten maken maar ze hielden zich dus wel aan de wet, alle smalende kwalificaties van de Telegraaf ten spijt.
Terug naar de digitale wereld. Waar de kneep zit is dit: dat iets op enig moment voor een toevallige waarnemer (zoals de voorbijganger op de openbare weg waar iemand 7 km/h te hard rijdt) te zien zou kunnen zijn, is categorisch iets anders dan wanneer dit voor in principe oneindige tijd voor alle mensen zichtbaar is. Als je iets digitaliseert kan het niet alleen maar door een paar mensen bekeken worden zo lang het op de site staat, het zal ook oneindig gerepliceerd worden en blijft altijd ergens staan. En je weet nooit welke internetmogelijkheden er over een paar jaar zijn. Het is dus niet vast te stellen wat de schade op termijn zal zijn.
Het vrijer interpreteren van de regels door de politiek is dus maximaal het verkeerde signaal.
Dit bewijst het onbegrip van de digibeet in privacyland. Omdat de digibeten voorlopig nog niet met pensioen zijn, zit er niets anders op dan de wet te verbeteren en vervolgens iedereen verplicht bij te scholen. Met de bepaling dat ze ook kunnen zakken voor het bijbehorende examen en dat dit consequenties zal hebben voor de verantwoordelijkheden die ze kunnen dragen. Ik weet dat dit hoogst ongebruikelijk is in bestuurdersland, maar gegeven de belangen die op het spel staan, zoals het aanzien en het gezag van de staat, is dit volgens mij gerechtvaardigd.
Door Peter Rietveld, Senior Security consultant bij Traxion - The Identity Management Specialists -
Vorige columns van Peter
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.