Niet de overheid of ondernemingen, maar Internet Service Providers (ISPs) vormen de grootste bedreiging voor de privacy van de consument, zo waarschuwt rechtenprofessor Paul Ohm. ISPs vervoeren de gesprekken, geheimen, relaties, daden en problemen van hun klanten. Tot voorheen was het onmogelijk voor providers om hun abonnees te bespioneren, maar door ontwikkelingen op het gebied van aftappen is dat nu een stuk eenvoudiger geworden. Daar komt bij dat de ISPs door adverteerders en belangenbehartigers van Hollywood al vaak gevraagd zijn om klantgegevens af te staan, en daar lijken steeds meer providers gehoor aan te geven, aldus Ohm, die het zelfs over "nieuwe vormen van spionage" heeft.
Projecten zoals Nebuad en Phorm, waarbij het verkeer van de klanten wordt gemonitord en voorzien van advertenties, is slechts een topje van de ijsberg. Ohm voorspelt dat straks alle internetproviders hun klanten zullen bespioneren, waardoor er werkelijk sprake van ISP surveillance zal zijn. Er is namelijk teveel geld mee gemoeid om het niet te doen.
De professor roept daarom op om de balans te herstellen. "We kunnen niet simpelweg het monitoren door ISPs verbieden, want die hebben legitieme redenen om communicatie op een internet vol met dreigingen in de gaten te houden." De balans die Ohm voorstelt laat beleidsmakers een onderscheid maken tussen de legitieme behoeften en de wensen van een ISP.
En inmenging door de overheid is hard nodig. Als die namelijk geen deep packet inspection verbiedt, gaan providers alleen maar door met het aanleggen van klantprofielen. Ohm wil daarom in het geval van Amerika dat de aftapwetgeving ook gaat gelden voor wat ISPs op hun eigen netwerk doen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.