De hacker die het netwerk van spelontwikkelaar Valve wist te kraken, waardoor uiteindelijk de broncode van het spel Half-Life 2 op het internet verscheen, kon via een nepsollicitatie worden gepakt. In 2003 bleek dat een deel van het spel via BitTorrent was te downloaden. Daarop besloot Valve in samenwerking met de FBI de hacker in de val te laten lopen. Die had zelf de ontwikkelaar al benaderd dat hij voor de inbraak verantwoordelijk was, hoewel hij ontkende de broncode te hebben gelekt. Doordat hij tijdens een IRC-chat niet goed oplette en over zijn hack opschepte, wist een andere groep hackers ook toegang tot het netwerk van de ontwikkelaar te krijgen.

Valve startte een correspondentie met de hacker, die liet weten een baan bij het bedrijf te willen. Aan de hand van aanwijzingen in zijn e-mail, wist de FBI te achterhalen dat het om Axel Gembe uit Duitsland ging. In maart had Gembe een "sollicitatiegesprek" met Valve via de telefoon. Hij legde uit dat hij toegang tot het netwerk had gekregen via een account zonder wachtwoord. Via CGI exploits wist hij uiteindelijk zijn rechten te verhogen. Ook stuurde hij de ontwikkelaar zijn C.V. "Ik hoop dat jullie me aannemen, ik ben geen slechterik, alleen wat ongeleid", zo liet Gembe weten.

De FBI probeerde hem daarna voor een tweede sollicitatiegesprek naar Amerika te krijgen. Valve zou voor alle onkosten opdraaien. De opsporingsdienst had in 2001 dezelfde truc met twee Russische hackers uitgevoerd. De Duitser trapte echter niet in de val en werd uiteindelijk in Duitsland aangeklaagd, waar hij een voorwaardelijke straf kreeg. Voor Gembe betekende dat niet het einde van alle ellende, want vorige maand werd hij aangeklaagd wegens betrokkenheid bij het uitvoeren van DDoS-aanvallen tegen een Amerikaans bedrijf.