De Amerikaanse overheid bewaart allerlei informatie over reizigers, waaronder het IP-adres dat ze gebruikten voor het boeken van hun vliegticket. Sean O'Neill wilde wel eens weten wat Big Brother voor dossier over hem had aangelegd en diende een verzoek in. Hij ontving twintig velletjes met elke reis die hij sinds 2001 maakte. Wat hem het meest verbaasde, was de aanwezigheid van het IP-adres van zijn computer waarmee hij de tickets had gereserveerd. De informatie is afkomstig van de luchtvaartmaatschappijen en wordt vergeleken met profielen van bekende en vermoedelijke terroristen. Ook buitenlandse regeringen en opsporingsdiensten blijken gegevens te verstrekken.

De vraag is natuurlijk hoe veilig de opgeslagen informatie is. Het gaat niet alleen om Amerikanen, van iedereen die de Verenigde Staten binnenkomt of vertrekt worden gegevens bijgehouden. De wet verbiedt de overheid om de dossiers met private ondernemingen en luchtvaartmaatschappijen te delen. Na vijftien jaar wordt de informatie verwijderd, tenzij het onderdeel van een onderzoek is, dan is de houdbaarheidsdatum onbeperkt.

Daarnaast worden de niet versleuteld, maar volgens functionarissen zijn er zowel fysieke als elektronische maatregelen genomen om de dossiers te beveiligen. In hoeverre ambtenaren iemand als een potentieel gevaar zien blijft onbekend, die informatie mogen burgers niet weten.