De kamer debatteert vanmiddag over het Elektronisch patiëntendossier, dat Minister Klink 1 september wil invoeren. Onmogelijk aldus Twentse huisartsen die aan een proef meewerkten. De problemen zijn met name van technische aard. "Er zijn ongeveer honderd huisartsenposten, waar mensen buiten kantoortijden zorg kunnen krijgen. Er zijn ongeveer tien systemen waarmee de huisartsen overdag werken. Al die systemen moeten met elkaar communiceren. Op dit moment werkt het voor twee systemen. Waarbij beide systemen uit dezelfde fabriek komen. De andere systemen zijn nog niet in staat om met elkaar te communiceren", zegt huisarts Joris van Grafhorst tegenover BNR.

De systemen die wel met elkaar communiceren werken naar behoren, maar worden echter op beperkte schaal gebruikt. De andere 104 huisartsenposten werken met heel andere systemen. Van Grafhorst wil het geen aanloopproblemen noemen, aangezien die nu al twee jaar spelen en de andere systemen ondanks uitgebreid testen nog helemaal niet zo ver zijn.

In vijf procent gevallen nuttig
De huisarts is niet tegen invoering van het EPD, hij ziet er zeker een meerwaarde in om in de dossiers van patiënten van andere artsen te bekijken. Zo'n systeem is er echter al voor de helft van de patiënten beschikbaar. Regionaal is het namelijk al mogelijk. Hij twijfelt of het zinvol is om het systeem landelijk in te voeren. Ongeveer 5% van de zorg vindt namelijk buiten de eigen regio plaats.

Grafhorst vraag zich dan ook af of je voor deze uitzonderingen een groot landelijk systeem met allerlei risico's moet invoeren. De specialist is niet bang voor misbruik door zorgverzekeraars die in dossiers gaan kijken, als iedereen zich tenminste netjes aan de regels houdt. "Inzage door de huisartsen werkt alleen met een speciale pas en heleboel extra software. Die software is alleen bij huisartsen ontwikkeld. Het enige risico is als ik mijn pas laat slingeren, dan kunnen mensen inzage krijgen," maar dat ziet hij de komende jaren niet gebeuren.

Volgens hem is deadline van 1 september onhaalbaar. Hij adviseert de Kamer dan ook om na te denken over het nut van een landelijk systeem versus een regionaal systeem. Van Grafhorst zou eerst het regionale systeem willen uitbreiden en dan mogelijk overstappen op een landelijk systeem als dat wenselijk is.