Net als met de wormen uit het verleden heeft de uitbraak van Conficker de discussie weer aangezwengeld of beveiligers niet preventief een goedaardige worm moeten verspreiden, om zo geïnfecteerde machines te ontsmetten. "Ja, we zijn ermee bezig, net als vele anderen", aldus een botnetonderzoeker die vanwege zijn plan anoniem wil blijven. "Ja, het is strafbaar, maar dat was Rosa Parks die voor in de bus ging zitten ook."

De domeinnamen waar de meer dan tien miljoen besmette computers mee verbinding maken zijn door beveiligingsonderzoekers geregistreerd of worden nauwlettend in de gaten gehouden. Hierdoor wordt voorkomen dat de botnetbeheerder het botnet kan besturen en zou onderzoekers mogelijk een manier geven om hun eigen code in het Conficker-netwerk te injecteren. Toch is het de vraag hoeveel kans deze aanpak zal hebben. Niet alleen heeft de worm het RPC-lek waardoor die de systemen wist binnendringen gedicht, het beschikt ook over een P2P-component om de besmette machines aan te sturen.

Slecht idee
De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat het verspreiden van een "goedaardige worm" een slecht idee is. Niet alleen spelen er tal van juridische zaken bij het infecteren van miljoenen computers, het is ook lastig om een worm te ontwikkelen die alleen maar besmette machines infecteert en geen schade bij andere systemen veroorzaakt, zo laat Nicholas Weaver in zijn artikel "white worms don’t work" uit 2006 weten.

Weaver vindt in de geschiedenis zijn gelijk. In 2003 verscheen de Welchia / Nachi worm die preventief Windows computers probeerde te patchen, maar uiteindelijk voor allerlei problemen zorgde bij bedrijven, luchtvaartmaatschappijen, ziekenhuizen en de politie.