Het afschermen van het IP-adres is verdacht gedrag dat mogelijk op cybercrime duidt, dat stelt onderzoeksbureau Faber Organisatievernieuwing in een 410-pagina's tellend rapport dat voor de Nederlandse overheid werd gemaakt. Het onderzoeksbureau deed voor de ministeries van Economische Zaken en Veiligheid en Justitie onderzoek naar modus operandi en daderkenmerken van cybercrime. Volgens de onderzoekers moet er betere samenwerking op internationaal niveau en tussen internetproviders, banken en verstrekkers van domeinnamen komen. Op dit moment weten cybercriminelen nog te vaak de dans te ontspringen.
Bij het onderzoeken van cybercriminelen geeft Faber verschillende "rolgerelateerde daderkenmerken", die samenhangen met de rol of functie van de cybercrimineel. Het gaat dan om de identiteit waaronder de "roldrager" zich op het internet beweegt, het chatgedrag, surfgedrag, zoals bezochte websites en proxyservers, de manier en inhoud van downloaden, maar ook zaken als "de mate van gekozen afscherming via proxyservers en firewalls." Providers zouden volgens Faber bij kunnen houden wie zijn IP-adres afschermt , waarna de politie onderzoek kan doen.
Anonimiteit
"Net als in het geval van andere vormen van cybercrime, bemoeilijken de grote mate van anonimiteit en het 'global' karakter van het internet, de bestrijding van kinderporno. Daders bedienen zich van allerlei technieken om geen sporen achter te laten waaronder versleuteling en afscherming van herkomstgegevens", zo stellen de onderzoekers.
Door de anonimiteit zouden daders hun grenzen verleggen en zou ook de verspreiding van kinderporno eenvoudiger worden, zo is in het rapport te lezen. De onderzoekers stellen wel dat nieuwe opsporingsmethoden om cybercriminelen te bestrijden, met de huidige privacywetgeving zullen schuren.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.