De politie Drenthe stond in z'n recht om beelden van een inbreker op het internet te zetten, ook al was de crimineel herkenbaar, zo laat de Nationale ombudsman weten. De Bond van Wetsovertreders had een klacht tegen de politie ingediend omdat de privacy van de inbreker zou zijn geschonden. Uit het opsporingsbericht en navraag bij de politie constateert de ombudsman dat de politie de man redelijkerwijs als verdachte van een ernstig misdrijf kon beschouwen en daarom de beelden op het web mocht plaatsen. "Voor het bekendmaken van persoonsgegevens door de politie gelden wettelijke regels. Van belang is dat een goede afweging wordt gemaakt tussen het belang van opsporing van misdrijven en het persoonlijke belang van de getoonde persoon", zegt Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer

Volgens hem moet het plaatsen van beelden op internet in verhouding tot het doel staan. De bejaarde vrouw bij wie werd ingebroken wist de man aan de hand van de videobeelden te herkennen als iemand die vaker in haar woning was geweest, waarna ook spullen waren verdwenen. Eerdere pogingen van de politie om de dader op te sporen waren niet succesvol. "Omdat er geen redelijke twijfel kon bestaan dat de man een ernstig strafbaar feit heeft begaan, vindt de ombudsman dat politie en justitie een juiste afweging hebben gemaakt." Daarom wordt de klacht van de Bond niet in behandeling genomen.