Den Haag - De Europese privacykamer waarschuwt voor aantasting van de privacy door de anti-terreurmaatregelen die de lidstaten van de Europese Unie hebben genomen.

De Europese privacykamer stelt dat bij de bestrijding van terrorisme essentiële democratische waarden niet in het gedrang mogen komen. Volgens de privacykamer bestrijken recente Europese maatregelen een groter terrein dan terrorismebestrijding. Zo ziet de privacykamer een algemene tendens om gegevens over individuen te verzamelen en op te slaan, bijvoorbeeld voor biometrische toepassingen.
Ook constateert de privacykamer een toenemende criminalisering van allerlei overtredingen die samenhangen met de informatiemaatschappij, zoals het binnendringen in computernetwerken of illegaal kopiëren van auteursrechterlijk beschermde werken. Volgens de Europese privacykamer zijn de definities van deze overtredingen veel te ruim geformuleerd, waardoor de privacy en rechtsbescherming onder druk komen te staan.
Het wijst daarbij op een Amerikaans voorbeeld. De Amerikaanse Recording Industry Association of America (RIAA) probeerde een bepaling aan nieuwe antiterrorismewetgeving toe te voegen, die de sector het recht zou geven informatiesystemen binnen te dringen om de identiteit te achterhalen van illegale kopieerders.
De privacykamer vindt dat een aantal voorgestelde maatregelen discutabel zijn vanuit het oogpunt van privacybescherming. Het wijst daarbij op plannen om verkeersdata voor langere tijd op te slaan en het afschaffen van het principe van dubbele strafbaarheid als voorwaarde om persoonsgegevens van verdachten uit te wisselen. Ook vreest de privacykamer dat persoonsgegevens die voor uiteenlopende doelen zijn verzameld, zoals bestrijding van criminaliteit, immigratie of voor inlichtingendoeleinden, op een grote hoop worden gegooid en uitgewisseld. 'Deze uitwisseling van gegevens kan vooral gevaarlijk zijn als er staten bij betrokken zijn die onvoldoende privacybescherming garanderen,' aldus de privacykamer.
De Europese privacyautoriteit vindt dat er onvoldoende aandacht is voor de lange termijn gevolgen van allerlei maatregelen die nu snel zijn of worden doorgevoerd in het kader van terrorismebestrijding. Terrorisme is geen nieuw fenomeen en is ook niet tijdelijk, aldus de privacykamer. Maatregelen die een inbreuk vormen op de privacy moeten echt noodzakelijk zijn. Het feit dat maatregelen 'handig' of 'wenselijk' zijn is onvoldoende legitimatie om fundamentele rechten en vrijheden in te perken, aldus de privacyautoriteit. De privacykamer vraagt dan ook om een uitgebreid debat over de voorgenomen maatregelen, om de consequenties voor de persoonlijke vrijheid te kunnen overzien. De privacykamer waarschuwt specifiek voor het door elkaar gooien van de strijd tegen terrorisme en algemene criminaliteitsbestrijding, en het minimaliseren van procedurele waarborgen tegen aantasting van de privacy.
De privacyautoriteit constateert met zorg een toenemende tendens om de bescherming van persoonsgegevens als een barrière te zien in de bestrijding van terrorisme. Maatregelen tegen terrorisme mogen nooit de bescherming van fundamentele vrijheden in gevaar brengen die kenmerkend zijn voor democratische samenlevingen, aldus de kamer. 'Een sleutelelement in de bestrijding van terrorisme ligt in de bescherming van fundamentele waarden van de democratische samenlevingen, die terroristen juist proberen te vernietigen.'