De Amerikaanse autoriteiten hebben geen huiszoekingsbevel nodig om via P2P-netwerken uitgewisselde bestanden te doorzoeken, zo heeft een rechter bepaald. Volgens Charles Borowy had de FBI zo'n bevel nodig bij het doorzoeken van zijn LimeWire bestanden in 2007. De opsporingsdienst trof 600 afbeeldingen en 75 video's met kinderporno op de computer en in het huis van Borowy aan. Het Hooggerechtshof liet weten dat een huiszoekingsbevel alleen vereist is als de huiszoeking een "redelijke verwachting van privacy schendt". Volgens het Hof wist Borowy dat LimeWire een bestandsuitwisselingsprogramma was dat het publiek toegang tot zijn gedeelde bestanden gaf, tenzij hij stappen nam om dit te voorkomen.

Borowy beweert dat hij recht op privacy had, aangezien hij dacht het delen van bestanden via LimeWire te hebben uitgeschakeld. Uiteindelijk werd de man wegens het bezit van kinderporno tot een gevangenisstraf van 45 maanden veroordeeld. De FBI wist Borowy te vinden door te zoeken op “Lolitaguy”, een term die volgens het hof met kinderporno is geassocieerd. Via de browse host feature van LimeWire doorzocht de FBI de computer van de man en downloadde vervolgens 240 bestanden, waarvan er uiteindelijk vier kinderporno bevatte.