De FBI zal het gebruik van trackingsoftware op twee Amerikaanse scholen onderzoeken, zo heeft de opsporingsdienst laten weten. Vorige week ontstond grote ophef toen het Lower Merion School District werd aangeklaagd wegens het bespioneren van leerlingen. De laptops die de school aan leerlingen uitdeelde waren voorzien van een webcam en software om diefstal en verlies tegen te gaan. Iets waar ouders en leerlingen niet van wisten. Een vader van één van de leerlingen beweert dat de school op afstand de webcam aanzette en foto's van zijn zoon maakte toen die "ongepast gedrag" vertoonde.

Onderzoek
Normaliter doet de FBI geen uitspraken over lopende zaken, maar aangezien de zaak inmiddels zoveel aandacht heeft gekregen, maakt het hiervoor een uitzondering. De opsporingsdienst gaat uitzoeken of er sprake van een misdrijf is. "De kwesties die deze beschuldigingen oproepen zijn breed en vormen een samenkomen van de nieuwe cyberspace wereld en de fysieke omgeving. Ons doel is om te zien of iemand een misdrijf heeft begaan", zegt procureur-generaal Michael Levy.

Op dit moment zijn er nog maar weinig feiten bekend. "Onze eerste verantwoordelijkheid is het uitvoeren van een gedegen onderzoek om de feiten te achterhalen." Het schooldistrict meldde dit weekend dat het de trackingsoftware voorlopig heeft uitgeschakeld. Dat was ook de reden voor de Amerikaanse rechtbank waar de ouder zijn klacht had ingediend om geen rechterlijk bevel uit te vaardigen.