Niet iedereen had halverwege de jaren negentig misschien toegang tot het internet moeten kroegen, vindt Pieter Hartel, hoogleraar distributed systems aan de Universiteit van Twente. "Dat was misschien wat al te woest." Volgens Hartel is het internet gebouwd zonder sloten. "Ik wil niets afdoen aan de bedenkers ervan. Qua engineering is internet geniaal, een van knapste dingen die de mensheid ooit gemaakt heeft. Maar het is gemaakt door en voor wetenschappers. Die hadden geen behoefte aan beveiliging."
Volgens de hoogleraar is er in de beginjaren een netetiquette opgesteld. "Die zelfregulering werkte goed. Tot het internet commercieel ging. Internet maakte een exponentiële groei door. Je weet niet hoe die groei was verlopen als er vanaf het begin betere beveiliging was geweest. Maar iedereen in één klap toelaten was wel heel woest. Dat had geleidelijker gekund."
Wedloop
Wat betreft veiligheid en cybercrime stelt Hartel dat er een wedloop plaatsvindt. "Soms loop de een voor, dan de ander. Ik ben bang dat criminelen nu vooroplopen. Ik weet dat de overheid zich zorgen maakt. Er wordt gewerkt aan een Nationale Cyber Security Strategie, een organisatie die zich in den brede met cybercrime bezighoudt."
De hoogleraar vindt het opzetten van de strategie een prima ontwikkeling. "Net als dat er een ministerie van Veiligheid en Justitie is. Als je beperkte middelen hebt, moet je die goed inzetten. Dan is het zeker mogelijk de criminelen bij te houden." Hartel spreekt op 7 juni tijdens het symposium van onderzoeksinstituut CTIT over Security and privacy.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.