De Amerikaanse National Security Agency (NSA) gaat samen met internetproviders het netwerkverkeer filteren dat defensiebedrijven ontvangen. Zodoende moeten cyberaanvallen door buitenlandse tegenstanders worden voorkomen. Het programma bevindt zich nog in de testfase en deelname is vrijwillig. De NSA gebruikt verschillende tools om kwaadaardige software te detecteren. Als de test succesvol is, kan die mogelijk ook bij andere kritieke sectoren worden uitgerold, aldus Defensie-secretaris William J. Lynn III.
Privacygroepen maken zich zorgen over het filteren van webverkeer. "We willen niet dat dit een soort backdoor voor surveillance wordt", zegt James Dempsey van het Centrum voor Democratie en Technologie. Functionarissen laten echter weten dat het netwerk van de defensiebedrijven niet direct door de overheid wordt gemonitord. Er wordt alleen via 'signatures' naar kwaadaardige code gezocht. Zodoende kan men aanvallers stoppen voordat die een bedrijfsnetwerk weten te infiltreren.
Communicatie
Providers AT&T, Verizon en CenturyLink zullen samen het verkeer van vijftien defensiebedrijven filteren, waaronder Lockheed en Northrop Grumman. "De Amerikaanse overheid zal geen communicatie van de private sector monitoren, onderscheppen of opslaan", aldus Lynn. De tools van de NSA zouden de internetproviders juist helpen om de aanvallen tegen de bedrijven te stoppen.
Dempsey is echter niet gerust. "De overheid moet duidelijk maken of het netwerken wil beschermen of inlichtingen wil verzamelen." De tools van de NSA zouden daarnaast alleen op bekende dreigingen kunnen controleren. Verder biedt het ook geen bescherming tegen "insiders" die bewust materiaal willen lekken of aanvallers die de beveiligingssoftware weten te hacken en als legitieme gebruikers kunnen inloggen, zoals bij RSA en Lockheed Martin gebeurde.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.