Heb jij een uitdagende vraag over beveiliging, recht en privacy, stel hem aan ICT-jurist Arnoud Engelfriet en maak kans op zijn boek
"De wet op internet".
Arnoud is van alle markten thuis, maar vindt vooral in technische / hacking vragen een uitdaging. Vragen over licenties worden niet behandeld, aangezien die geen raakvlak met beveiliging hebben. De Juridische vraag is een rubriek op Security.nl, waar wetgeving en security centraal staan. Elk kwartaal kiest Arnoud de meest creatieve vraag, die dan zijn boek zal ontvangen.
Vraag: De nationale strippenkaart is een bij wet aangewezen vervoerbewijs en mag dus niet geweigerd worden door OV-bedrijven, tenzij ze in het bezit zijn van een openbaar gepubliceerde ontheffing. Toch lees ik nu dat per 30 juni vrijwel nergens meer een strippenkaart wordt geaccepteerd, of de OV-chip nu op orde is of niet. Mag dat? En zo nee, wie is er dan verantwoordelijk dan wel mogelijk zelfs strafbaar?
Antwoord: Dit is een goeie vraag, maar het antwoord is wel even wat wetstechnisch puzzelen. Dit is namelijk geregeld in diverse wettelijke regelingen. Leeswaarschuwing: juridische nerderij hieronder.
In Nederland rijden vervoerders op grond van een concessie, die is verleend op grond van de Wet personenvervoer 2000. Deze bepaalt (art. 30) dat een concessiehouder verplicht is reizigers te vervoeren die beschikken over een voor het concessiegebied geldig nationaal vervoerbewijs.
De regels over dat vervoerbewijs vinden we dan weer terug in het Besluit personenvervoer 2000, een door de ministerraad ingevoerde algemene maatregel van bestuur die op grond van datzelfde artikel 30 van de Wet is ingevoerd. De wet staat dus toe dat de minister besluit hoe vervoerbewijzen eruit zien en aan welke eisen ze moeten voldoen. Dit heet delegatie.
Artikel 41 van dit Besluit zegt dat een nationaal vervoerbewijs geldig is in geheel Nederland. Uitzondering zijn de gebieden waarvoor de minister op verzoek van een concessieverlener of ambtshalve heeft bepaald dat dat niet zo is. Daar zit dus wéér een stuk delegatie in: de minister mag in zijn eentje beslissen waar de nationale vervoerbewijzen niet gelden.
Vervolgens komen we uit bij de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer. Deze noemt in artikel 3 expliciet de strippenkaart als een nationaal vervoersbewijs (naast onder meer de zomerzwerfkaart en het sterabonnement).
Artikel 6 lid 4 van deze Regeling bepaalt dat de minister mag aanwijzen waarbinnen bepaalde nationale vervoerbewijzen niet geldig zijn, als daar "het elektronisch vervoerbewijs in de plaats van de door hem aangewezen nationale vervoerbewijzen functioneert." Weer delegatie dus.
Bijlage 3 bij deze Regeling noemt de gebieden op die de minister heeft aangewezen. Met name genoemd zijn:
I. Het gebied waar openbaar vervoer op grond van een door de Stadsregio Rotterdam verleende concessie wordt verricht.
II. Het gebied waar openbaar vervoer op grond van een door de Stadsregio Amsterdam verleende concessie wordt verricht.
III. Het gebied waar openbaar vervoer op grond van een door de provincie Zuid-Holland of door het Stadsgewest Haaglanden verleende concessie wordt verricht.
IV. Het gebied waar openbaar vervoer per bus op grond van een door de Regio Twente en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen alsmede door de provincies Noord-Holland, Fryslân, Overijssel, Gelderland en de door of namens de provincie Flevolandverleende concessie wordt verricht.
Per 7 juli zal artikel IV worden gewijzigd en V worden toegevoegd:
IV. Het gebied waar openbaar vervoer per bus op grond van een door de Regio Twente en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen alsmede door de provincies Noord-Holland, Fryslân, Overijssel, Gelderland en de door of namens de provincie Flevolandverleende concessie wordt verricht.
V. Het gebied waar openbaar vervoer per bus op grond van een door de provincies Zeeland en Limburg verleende concessie wordt verricht.
Dit lijkt zo ongeveer heel Nederland te dekken, alleen mis ik Noord-Brabant, Groningen en Drenthe nog. Deze volgen in het 4e kwartaal 2011 als ik het goed lees. In die provincies kun je dus nog wel bedingen met een strippenkaart te mogen reizen.
Het feit dat de OV-chipkaart bewezen onveilig en inadequaat is, is echter geen argument om te eisen dat je met een strippenkaart moet kunnen blijven reizen. Toegegeven, beveiliging was een harde eis voordat deze stap mocht worden genomen. Maar de minister (en impliciet het parlement) menen dat de OV-chipkaart goed genoeg is met het migratieplan, en de wet biedt hem de ruimte om dan door te zetten. Aanvechten van deze wet met het argument dat de OV-chipkaart onveilig is, lijkt me een volstrekt kansloze actie.
Overigens vermoed ik dat menig buschauffeur moeilijk gaat kijken als je langs bovenstaande lijn argumenteert dat hij je strippenkaart moet accepteren. Je recht hebben en je recht krijgen zijn hier toch heel verschillende dingen.
Arnoud Engelfriet is ICT-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. In 2008 verscheen zijn boek "De wet op internet".
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.