Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) treedt niet op tegen een
internetsite waarop foto's en adressen worden gepubliceerd van medewerkers
van het Biomedical Primate Research Centre (BPRC). Dat schrijft minister
Donner van Justitie in antwoord op Kamervragen. Medewerkers van het BPRC
worden regelmatig lastiggevallen door dierenrechtenactivisten. Kamerleden
van het CDA vroegen daarom of op grond van de Wet bescherming
persoonsgegevens niet kan worden opgetreden tegen de sites die de foto's en
adressen publiceerde.
Volgens minister Donner heeft het CBP de zaak onderzocht, maar geen
aanleiding gezien om op te treden. Bij een verkennend onderzoek door het
CBP werden diverse websites aangetroffen over het onderwerp. Enkelen
bevatten een lijst met medewerkers van het BPRC, waarvan één met een niet-
anonieme stichting en één van een anonieme eigenaar. De eerste site bevatte
geen foto's meer aangezien het bestuur van de stichting onlangs via
civielrechtelijke weg werd gedwongen de foto's te verwijderen. Er werd
daarbij een beroep gedaan opde voorwaarden van de overeenkomst met de
provider.
De andere site, waarop foto's en adressen staan gepubliceerd, is gemaakt
door een anonieme 'dierenvriend'. Volgens het CBP is daarom niet te
achterhalen wie verantwoordelijk is voor het plaatsen van de gegevens op
het internet. Bovendien is de vestigingsplaats van de verantwoordelijke ook
niet bekend, hetgeen volgens het CBP een extra juridische complicatie met
zich meebrengt. Daarnaast is volgens het CBP op de bewuste sites niets te
vinden dat wijst op aansporing tot illegaal of crimineel gedrag.
Volgens het CBP is het effectiever als het BPRC zelf optreedt tegen de site
als het tot overlast leidt. Het CBP wijst op de voorwaarden van de
provider, die optreden mogelijk maakt als een site zich niet houdt aan de
algemene spelregels. Daarom zal het CBP voorlopig zelf geen stappen
ondernemen tegen de site.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.