De Nederlandse overheid heeft geen sluitend bewijs dat een Chinese legereenheid grote hoeveelheden data van westerse landen en bedrijven heeft gestolen, zoals onlangs door een Amerikaans beveiligingsbedrijf werd beweerd. Dat laat Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie op vragen van PvdA-Kamerleden Bonis, Oosenbrug en Eijsink aan de Kamer weten.

Beveiligingsbedrijf Mandiant publiceerde in februari een rapport waarin werd geconcludeerd dat de Chinese legereenheid Unit 61398 achter een grootschalige cyberspionagecampagne tegen het westen zat. Er zouden daarbij terabytes aan gegevens zijn gestolen.

Opstelten stelt dat er geen sluitend bewijs is om de conclusies in het rapport te bevestigen. "Wel past het rapport in het beeld dat wij hebben van de aard en omvang van digitale spionage", zo meldt hij in een brief aan de Kamer.

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) waarschuwde in 2011 voor spionage-activiteiten door de Chinese inlichtingendienst in Nederland. Aan de hand hiervan is er ambtelijk contact geweest met de Chinese overheid, zo laat Opstelten weten.

Ontoelaatbaar
De minister merkt op dat concrete gevallen van spionage schadelijk kunnen zijn voor de nationale veiligheid en de nationale belangen aantasten. "Het kabinet vindt dit soort activiteiten ontoelaatbaar. Wanneer dergelijke activiteiten geconstateerd worden, zullen passende maatregelen genomen worden."

Wat betreft het Mandiant-rapport staan de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten hierover in contact met internationale collega-diensten. Daarnaast heeft Het Nationaal Cyber Security Center (NCSC) contact met het Amerikaanse CERT, dat onder het Department of Homeland Security valt en het rapport nader onderzoekt.

"Op basis van de verstrekte gegevens worden zowel de Rijksoverheid, de defensie-industrie als de vitale sectoren actief geïnformeerd."